Alles is vergeven, er is geen offer voor de zonde meer nodig

De beschrijving van Jezus als onze geweldige, onovertroffen hogepriester is in Hebreeën 5 al begonnen. In het gedeelte van vandaag sluit de schrijver dit lange betoog af. Waar de offers in het Oude Testament van zonden konden reinigen (Hebreeën 9:13,23), neemt Jezus’ offer de zonden weg. In het Oude Testament was steeds opnieuw een offer nodig, omdat je – na de reiniging – toch weer vuil werd van zonde (Hebreeën 10:2,3). Jezus daarentegen bevrijdt van zonde (Hebreeën 10:4), God denkt niet meer aan onze zonde en wetteloosheid (Hebreeën 10:18). Dus is opnieuw offeren niet nodig. Ook Paulus heeft het over het ‘wegnemen van de zonde’ door God in Romeinen 11:26-27 waar hij de profeet Jesaja citeert.

De betekenis van Jezus’ unieke offer voor de gelovigen

De auteur laat zien dat het oude verbond maar een beperkte oplossing voor de zonde bood. Jezus’ offer daarentegen kon Gods volk heilig maken door het voor altijd te bevrijden van zonde. Een ander offer is niet nodig, want Hij heeft daarmee de gelovigen helemaal gered. Zij worden door God zelf van binnen veranderd en van zonde is voor God geen sprake meer.

Jezus is degene die dat eens voor al heeft gedaan.

'Waar er nu vergeving voor is, is er geen offer voor de zonde meer nodig', Hebreeën 10:18.

Met deze zin sluit de auteur de samenvatting (Hebreeën 10:11-18) van zijn betoog af. Hij heeft nu echt heel overtuigend duidelijk gemaakt dat het Levitisch systeem het geweten niet kon zuiveren, Jezus wel. Jezus’ weg is een nieuwe betere weg: zijn eigen bloed en alleen dit bloed kan ons geweten reinigen.

Jezus wacht tot van zijn vijanden een bank voor zijn voeten is gemaakt

Het wachten tot van alle vijanden een bank voor zijn voeten is gemaakt, duidt op de periode waar wij ons nu in bevinden.

• Christus zìt aan Gods rechterhand, wat duidt op zijn overwinning van zijn vijanden, ‘alles is aan Hem onderworpen’.
• Tegelijkertijd ‘wacht’ Hij op dat moment.

We bevinden ons dus in een tussentijd waarin de toekomstige overwinning als is behaald, maar nog niet ten volle gerealiseerd. Dit doet natuurlijk meteen weer denken aan Hebreeën 2:8-9 (HSV): ''... Nu zien wij echter nog niet dat Hem alle dingen onderworpen zijn, maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond...''.

We zijn al wel voorgoed tot volmaaktheid gebracht en ons geweten is gereinigd. Zo mogen we nu al leven.

Met deze passage rondt de auteur het onderwijs over Jezus, onze hogepriester-koning af. Hij heeft het geweldige resultaat en het definitieve effect van Christus' offer benadrukt. Al dit onderwijs zet hij in om de lezers van de brief, die het gevaar lopen om af te dwalen van Christus, op te roepen tot gedrag dat Jezus’ offer en positie van hen vragen.

Als wij ons afkeren van Gods aanbod om in eeuwige dagelijkse open relatie met Hem te leven dankzij Christus, maken wij dit offer ten schande. Alleen in het nieuwe verbond kan de gelovige complete vergeving van zonden ontvangen ('tot volmaaktheid brengen', Hebreeën 10:1-2) en dus in Gods aanwezigheid verkeren. Laten we van die mogelijkheid vrijmoedig gebruikmaken!

"Waar er nu vergeving voor is, is er geen offer voor de zonde meer nodig" (Hebreeën 10:18, HSV).

Toepassing

Hoe maak jij vrijmoedig gebruik van de mogelijkheid die Jezus heeft bewerkstelligd om vrijmoedig in Gods aanwezigheid te komen? Wat betekent dit concreet voor je?