Herinner je de gelovigen van vroeger

''Hierdoor immers hebben de ouden een goed getuigenis gekregen'', stond al in Hebreeën 11:2. En nu concretiseert de schrijver dat in een lange lijst van geloofsgetuigen. Het samenbindende aspect van de genoemde personages is dus hun geloofsvertrouwen. Velen van de genoemde personen gaven blijk van volhardend vertrouwen op Gods woorden, terwijl ze deze nog niet geconcretiseerd zagen. Deze mensen volhardden in geloof en vertrouwen, terwijl ze de belofte niet in vervulling hebben zien gaan (Hebreeën 11:39). Ook de Hebreeën zagen nog niet al Gods beloften werkelijkheid worden, ze hadden het immers erg moeilijk. Maar, net als geloofsgetuigen zoals Abraham, moeten ze dwars door hun zware omstandigheden op God blijven zien. Hij schept vreugde in zijn kinderen die op Hem vertrouwen (Hebreeën 11:6).

Uitzien naar de toekomst | zeker zijn van waar we op hopen (Hebreeën 11:1a)

• Noach baseerde het bouwen van de ark op wat nog voor niemand zichtbaar was, vers 7.
• Abraham vertrok zonder te weten waarheen, en als zwervende Arameeër, wonend in tenten, keek hij uit naar de stad met fundamenten, vers 10.
• Abraham en andere trouwe Israëlieten waren op doorreis naar een vaderland, vers 14.
• Isaak zegende Jakob en Esau met het oog op hun toekomst, vers 20.
• Jozef keek uit naar de uittocht, vers 22.
• Mozes keek in geloof uit naar zijn beloning, vers 26.

Uitzien naar God | zeker van wat we niet zien (Hebreeën 11:1b)

• Christenen geloven dat het zichtbare universum uit het onzichtbare Woord is ontstaan, vers 3.
• Mozes volhardde ‘als zag hij de Onzienlijke’, vers 27.
• God kennen betekent geloven dat Hij bestaat en dat beloont wie Hem zoeken, vers 6.

Waarom besteedt de auteur zoveel woorden aan verhalen, die zijn lezers waarschijnlijk al kenden?

Daarop geeft hij zelf antwoord in Hebreeën 6:11-12 (HSV):

''Maar wij verlangen ernaar dat ieder van u dezelfde inzet toont, tot volle zekerheid van de hoop, tot het einde toe, opdat u niet traag wordt, maar navolgers bent van hen die door geloof en geduld de beloften beërven''.

De Hebreeën moeten dus in het spoor treden van deze mensen! De auteur geeft het meest aandacht aan Abraham en benadrukt in de verzen 13-16 dat ook Abraham en zijn familie zeker waren van dingen die ze niet zagen, zoals bezit van het land, vele nakomelingen onder wie koningen, en de profetie dat zij een zegen zouden zijn voor alle volken (zie Genesis 12:1-3). Al deze beloften heeft God vervuld, al was dat na Abrahams leven op aarde.

Het vervolg van de lijst van geloofsgetuigen

Na zijn overzicht met veel details, geeft de auteur vanaf Hebreeën 11:32 een opsomming van bekende en onbekende mensen vanaf de tijd van de Rechters tot en met de intertestamentaire tijd (sommige voorbeelden die de auteur noemt, worden in het deuterocanonieke boek Makkabeeën beschreven dat zich afspeelt in en rond de 2de eeuw voor Christus). In hoog tempo volgen de voorbeelden van mensen die bleven geloven in een God-vijandige tijd elkaar op.

"Zonder geloof is het echter onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij is, en dat Hij beloont wie Hem zoeken" (Hebreeën 11:6, HSV).

Toepassing

De quote hierboven is een echo van Jeremia 29:12-14.

Deze zin sluit perfect aan bij wat de Hebreeënschrijver eerder in zijn brief duidelijk wil maken:

• nader God en zoek Hem, zie ook Hebreeën 4:16 en 10:22, dit geeft Hem vreugde.
• God beloont wie Hem naderen en zoeken, zie ook Hebreeën 6:9-12 en Hebreeën 10:32-39.

Wat een geweldige gedachte dat wij God vreugde geven als we Hem naderen en zoeken! Wat doet dit met jou? Hoe kan dit besef je relatie met God en je gebedsleven concreet beïnvloeden? Wellicht kun je vandaag in je gebed hier bijzonder bij stilstaan?