Hou vol, moeilijkheden zijn een leerschool!

Uit het eerste vers van vandaag blijkt dat de lezers al langer moeten strijden tegen zonde. Gezien de context betekent dit weerstand moeten bieden aan vervolging. Smaad, verdrukking en gevangenschap zijn geen reden om Jezus dan maar los te laten. Volhard juist dan in je trouw aan Hem, zelfs als dat je leven in gevaar brengt!

• Zoals we al eerder zagen, wordt verondersteld dat de Hebreeën vanwege christenvervolging in de verleiding zouden kunnen komen zich naar het Jodendom en het oude verbond te keren, om zo hun leven te redden. Het Jodendom was immers een legale religie in het Romeinse Rijk van die tijd.
• Bedenk ook dat lijden en tegenslag in die tijd werden gezien als straf van de goden. Hiermee maken die goden je namelijk duidelijk dat je je hun ongenoegen op de hals hebt gehaald. Je moet er dan dus zo snel mogelijk aan werken om weer in de gunst van de goden te komen en zo lijden te vermijden.

Hoe anders spreekt de Bijbel over lijden! De auteur gebruikt een passage uit Spreuken om zijn lezers te overtuigen dat gelovigen, juist in hun moeilijkheden en verdriet, God aan het werk zien.

De leerschool van het leven

In de leerschool van het leven toont God toont zijn kinderen zijn Vaderlijke liefde en betrokkenheid, ook al voelen moeilijke tijden eerder alsof jij God onverschillig laat. Dat is absoluut een verkeerde interpretatie van tegenstand in je leven, zegt de schrijver. Berispen en straffen uit liefde, daarover spreekt de Bijbel vaker, zie bijvoorbeeld Deuteronomium 8:5. Job 5:17, Openbaring 3:19.

Daarom sluit de schrijver in Hebreeën 12:4-13 aan bij het onderwijs van ouders aan hun zoon in Spreuken 3:11-12: ouders voeden hun geliefde kinderen op, en dat doet God ook met de kinderen die Hij liefheeft.

• Kinderen kunnen de dingen die hun ouders zeggen of doen soms ervaren als naar of vervelend. Toch doen ouders dat om hun kinderen op te voeden. God verdient nog meer respect dan onze ouders in zijn omgang met ons. Hij wil ons opvoeden om ons te laten delen in zijn heiligheid (Hebreeën 12:10) en dat kan pijn doen. Als de Hebreeën het moeilijk hebben, moeten zij niet denken dat zij God onverschillig laten, maar zij moeten dit opvatten als teken dat zij echt kind van God zijn (Hebreeën 12:8).
• Ook Jezus moest door lijden heen om daarna met eer en luister te worden gekroond (Hebreeën 2:8-9). Hoewel Jezus ook een kind van God was, heeft Hij moeten lijden en zo heeft Hij gehoorzaamheid geleerd (Hebreeën 4:8). Ook op dit gebied geldt dat Jezus weet wat we doormaken.

Daarom – met een verwijzing naar Jesaja 35:3-8 – de oproep om actief door te zetten: Hef je slappe handen op, strek je knikkende knieën, kies rechte paden!

Streef naar heiligheid en vrede

In 12:14-17 lijkt de schrijver in te gaan op iets wat bij de geadresseerden speelt: gebrek aan heiligheid en vrede, terwijl God hen juist wil laten delen in zijn heiligheid! Sommigen veronachtzamen hun toewijding aan God, en brengen ‘een giftige kiem’ in de gemeenschap (12:15). Hier wordt gerefereerd aan het gif dat ook in Deur 29:17 genoemd wordt. Net als in de Hebreeënbrief, is deze waarschuwing van Mozes gericht aan mensen die God willen verlaten of hun toewijding aan Hem veronachtzamen, en daarmee de gemeenschap kunnen beïnvloeden en in gevaar brengen.

Esau is een voorbeeld van hoe het niet moet, in contrast met de geloofsgetuigen in Hebreeën 11. Hij verkwanselde zijn – toen nog onzichtbare – erfdeel, waarop hij recht had als eerstgeborene, voor een lekker maal dat hij voor zich zag staan. Esau kon die kortzichtige beslissing niet meer ongedaan maken. Zo moeten de lezers voorkomen dat ze op een weg terechtkomen, waarvan geen terugkeer meer mogelijk is. Dit herinnert aan de ernstige waarschuwingen in Hebreeën 6 en 10.

''... Mijn zoon, acht de bestraffing van de Heere niet gering en bezwijk niet, als u door Hem terechtgewezen wordt. Want de Heere bestraft wie Hij liefheeft, en Hij geselt iedere zoon die Hij aanneemt" (Hebreeën 12:5-6, HSV).

Toepassing

Welke moeiten ervaar je op dit moment? Hoe beïnvloeden die hoe jij God ziet? Hoe heb jij weleens ervaren dat God jou opvoedde? In hoeverre had deze ervaring invloed op jou om in vrede en heilig te leven?