De HEER staat Mozes terzijde

Inleiding

Vandaag gaan we verder met het gesprek dat is ontstaan tussen God en Mozes, naar aanleiding van Gods initiatief om Mozes naar farao te sturen en Israël uit Egypte weg te leiden. Gisteren zijn we de eerste twee bedenkingen van Mozes tegengekomen. Vandaag zoemen we in op zijn derde vraag, en zijn bezwaar en weigering om te gaan.

Toelichting

God heeft zijn autoriteit bevestigd door het geven van zijn naam in Exodus 3:13-22, maar hoe zit het met Mozes’ autoriteit? Zullen ze hèm geloven als hij vertelt dat hij God ontmoet heeft? God neemt Mozes’ vraag opnieuw serieus en Hij geeft hem drie tekenen waardoor de Israëlieten zullen geloven dat de HEER, de God van Abraham, Isaak en Jakob aan hem verschenen is (vers 5, 8, 9; in de NBV is in vers 9 ‘geloven’ vertaald met ‘overtuigen’). Het eerste teken is de verandering van Mozes’ herdersstaf in een slang. God gebruikt het gewone natuurlijke om een signaal af te geven. Op dezelfde wijze zal God later, bij de wonderbaarlijke daden die Hij in Egypte zal verrichten (Exodus 3:20), de gewone kikker, mug en vlieg gebruiken om te laten zien dat Hij met iets kleins grote onverwachtse dingen kan doen. Met het tweede teken toont God dat Hij de macht heeft over ziekte, net als bij de zesde plaag (Exodus 9:8-12). Ook laat dit zien dat God dat wat onrein is (de sneeuwwitte hand) weer rein kan maken. Het derde teken komt terug in de eerste plaag (Exodus 7:14-24). Het laat Gods macht over de elementen zien (net als de brandende doornstruik die niet verteerde in Exodus 3:2). Al deze tekenen laten zien dat Mozes’ geloofwaardigheid is gebaseerd op wat hij kan doen door God. De werkelijke held is God en niet Mozes. Het vertrouwen dat opgewekt wordt, moet het vertrouwen op God zijn en niet op Mozes.

Mozes is echter nog niet overtuigd, want zegt hij: “Ik ben geen goede spreker.” God antwoordt: “Ik zal bij je zijn als je moet spreken.” Net als in Exodus 3:11-14 valt het accent op het woord ‘ik’. Mozes kijkt naar zijn beperking, God kijkt naar wie met Mozes is.

Nu Mozes geen redelijke argumenten meer heeft, zegt hij niet te willen. Ondanks dat de HEERE kwaad wordt, komt Hij Mozes tegemoet door te zeggen dat Aäron al onderweg is. Zoals Mozes in relatie tot God staat, zo zal Aäron in relatie tot Mozes staan. Opnieuw belooft God: “Ik zal bij jullie zijn.” God eindigt met de opmerking dat Mozes zijn staf in zijn hand moet nemen. Nu een symbool van Gods machtige aanwezigheid, in de toekomst het symbool van Gods reddend handelen.

Toepassing

Mozes wordt geroepen om als Gods vertegenwoordiger op aarde het volk Israël te bevrijden uit Egypte. Als christenen zijn we door God geroepen “… om de grote daden te verkondigen van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderlijke licht.” (1 Petrus 2:9) Welke gewone dagelijkse bezigheden en/of voorwerpen wil jij vandaag in Gods handen leggen, zodat Hij er buitengewone dingen mee kan doen?

Voorzeker, Ik zal met u zijn. Dit zal voor u het teken zijn dat Ik u gezonden heb: Wanneer u het volk uit Egypte geleid hebt, zult u God dienen op deze berg." (vers 12)