God maakt zichzelf bekend - ExodusVoorbeeld
Israël test de HEER
Inleiding
In de eerste twee woestijnverhalen stelt de HEER Israël op de proef om te zien of ze wel of niet doen wat Hij van ze vraagt. In het Bijbelgedeelte van vandaag worden de rollen omgedraaid. Het volk stelt de betrouwbaarheid van de HEER op de proef: is Hij nu wel of niet in hun midden?
Toelichting
Op aanwijzingen van de HEER trekken de Israëlieten van pleisterplaats naar pleisterplaats (vers 1). Deze zin laat zien dat God leidt en dat het volk zich door God laat leiden. Waarbij de HEER hen ook brengt naar Refidim, een plaats waar in eerste instantie geen water is. Tot slot laat het zien dat de Israëlieten onderweg zijn. Ze zijn op reis naar het beloofde land. De weg naar hun bestemming loopt door de woestijn. Uit het verhaal van vandaag blijkt opnieuw hoe moeilijk het is om de eindbestemming, een land overvloeiende van melk en honing, voor ogen te houden als de dagelijkse realiteit zo anders is. Door het watergebrek ervaren ze de woestijn als een Godverlaten gebied en twisten ze met God of Hij nu wel of niet in hun midden is (vers 7).
Het watergebrek leidt ertoe dat ze Mozes verwijten maken. Verwijten maken gaat verder dan klagen. In Exodus 21:8 is dit Hebreeuwse woord vertaald met ‘ruzie maken’. Elders in het Oude Testament wordt het woord gekoppeld aan een twist of strijd voor de rechtbank. Israël klaagt als het ware God aan: “U zou met ons moeten zijn, maar waar bent U?” Met dit verwijt testen ze of de HEER betrouwbaar is of niet. Ze zeggen als het ware: ‘bewijs het maar’. Eerst zien en dan geloven. Vandaar dat Mozes die plaatsen noemt Massa wat betekent ‘beproeving’ en Meriba wat betekent ‘verwijt’ of ‘twist’.
“Is de HEERE nu in ons midden of niet?” (Exodus 17:7)
Heel bijzonder dat de HEER niet antwoordt door boos te worden of zich te verdedigen. Het enige wat Hij doet, is opnieuw bewijzen dat Hij de HEER ‘is’. Ook in de woestijn. De HEER zal Mozes opwachten op de rots bij de Horeb (vers 6). Meer letterlijk vertaald, staat er dat dat de HEER voor Mozes’ aangezicht staat. Daarmee bewijst Hij, nog meer dan door water te geven, dat Hij wel degelijk te midden van het volk is.
De rots waar Mozes op slaat, ligt bij de Horeb, de berg van God (Exodus 3:1). Het geven van het water wijst zo vooruit naar het geven van de wet (Exodus 20-23). Beide worden, in de woestijn, aan een volk gegeven dat op reis is naar het beloofde land. Beide onderwijzen het volk.
Toepassing
Drie dagen op rij hebben we gelezen dat de Israëlieten klagen. Gezien de hoeveelheid klaagpsalmen is klagen op zich niet verkeerd. Maar daar waar de psalmschrijver zijn klacht tegen God uit, omdat hij ten diepste God vertrouwt, klagen de Israëlieten tegen Mozes en vertrouwen ze de HEER niet. Tegen wie klaag jij, als je klaagt? En vanuit welke houding?
Schrift
Over dit leesplan
Het boek Exodus begint met een volk dat in slavernij leeft en een God die afwezig lijkt en eindigt met een bevrijd volk dat voor God een tabernakel bouwt, die Hij vult met zijn heerlijkheid. Benieuwd hoe God Zichzelf in dit alles bekend maakt? Lees dit leesplan en ga mee op reis: een reis van redding naar roeping.
More
We willen Evangelisch College bedanken voor het verstrekken van dit plan. Ga voor meer informatie naar: https://www.evangelisch-college.nl