God maakt zichzelf bekend - ExodusVoorbeeld
De HEER voorziet
Inleiding
Aan het begin van het Bijbelgedeelte van vandaag herinneren de Israëlieten zich de goedgevulde vleespotten en het volop aanwezig zijn van brood in Egypte. Aan het einde van het Bijbelgedeelte lezen we dat het volk één volle omer manna moet bewaren, zodat het voedsel dat de HEER geeft in herinnering blijft.
Toelichting
Zes weken nadat de Israëlieten door een krachtige hand vertrokken zijn uit Egypte (Exodus 13:3, 9, 14, 16), wensen ze dat ze door de hand van de HEER gestorven zouden zijn in Egypte (HSV vers 3). Uit hun klacht blijkt dat ze er geen vertrouwen in hebben dat God zijn belofte gaat vervullen. De belofte om hen naar een land overvloeiende van melk en honing te brengen (Exodus 3:8). Nee, Mozes heeft hen naar de woestijn gebracht om te sterven (vers 3).
De HEER antwoordt op deze klacht door brood, vlees en onderwijs te geven. In Exodus 5:13 moesten de Israëlieten de benodigde hoeveelheid stenen per dag afleveren. Nu zegt de HEER dat Hij per dag de benodigde hoeveelheid brood zal geven (HSV vers 4). Als de Israëlieten het fijne, schilferachtige laagje ’s morgens in de woestijn zien liggen, vragen ze zich af: “Wat is dat?” (letterlijk ‘man hoe’). Mozes antwoordt met: “Dit is het brood dat de HEERE u te eten gegeven heeft.” (HSV vers 15). Vervolgens zegt hij: “Dit is het woord dat de HEERE geboden heeft.” (HSV vers 16). Het volk krijgt niet alleen het geschenk van brood, maar ook de verantwoordelijkheid om er mee om te gaan zoals God het wil. Ze mogen niet mateloos verzamelen en bewaren. Alleen datgene wat ze die dag nodig hebben mogen ze oprapen. Zo onderwijst God hen dat ze er dagelijks op moeten vertrouwen dat Hij voorziet in wat ze nodig hebben. Geeft Hij het volk de mogelijkheid om dagelijks te ervaren dat Hij, de HEER, hun God is (vers 12). God heeft hun klacht gehoord. Hij voorziet. De vraag is echter: luistert Israël naar God? Of zijn ze net zo hardnekkig als farao?
Op de zesde dag moeten de Israëlieten een dubbele portie verzamelen, want op de zevende dag werkt God niet en daardoor zal er niets liggen. In het houden van de sabbat doen ze God dus na. Zoals Hij rust, mogen ook zij rusten. Die dag hoeven ze niet te werken voor hun eten. Ze mogen genieten van het manna dat ze de dag ervoor geraapt hebben. Zo leert God hun om in het ritme van de geschapen orde te leven, en om op de sabbat te genieten van de gaven die Hij hen geeft.
Op weg naar het land overvloeiende van melk en honing geeft God de Israëlieten alvast een voorproefje: manna dat smaakt naar honing.
Toepassing
Door het dagelijks moeten oprapen van het benodigde eten zijn de Israëlieten zich elke dag bewust dat ze, ook wat betreft het dagelijks leven, in afhankelijkheid van God leven.
Bij alles wat je vandaag eet: bedank Hem dat Hij je het eten gegeven heeft, of het geld om het te kopen. Bij alles wat je vandaag uit de Bijbel leest: bedank hem dat Hij je geestelijk opbouwende voeding geeft. Hij voorziet.
Schrift
Over dit leesplan
Het boek Exodus begint met een volk dat in slavernij leeft en een God die afwezig lijkt en eindigt met een bevrijd volk dat voor God een tabernakel bouwt, die Hij vult met zijn heerlijkheid. Benieuwd hoe God Zichzelf in dit alles bekend maakt? Lees dit leesplan en ga mee op reis: een reis van redding naar roeping.
More
We willen Evangelisch College bedanken voor het verstrekken van dit plan. Ga voor meer informatie naar: https://www.evangelisch-college.nl