God maakt zichzelf bekend - ExodusVoorbeeld
Gods levensprincipes
Inleiding
Vandaag gaan we één van de bekendste hoofdstukken van het Oude Testament lezen, namelijk het hoofdstuk waarin de tien woorden staan die God spreekt tot het volk Israël. In het Nieuwe Testament wordt aan deze woorden gerefereerd als de tien geboden. Dit is waarschijnlijk de reden dat wij tegenwoordig ook over de tien geboden spreken. Het Oude Testament zelf spreekt echter over de tien woorden.
Toelichting
Het verhaal waarin de HEER afdaalt naar de berg en spreekt tot Mozes wordt onderbroken door de tien woorden. Deze tien woorden worden dus door verhalen omringt. Beiden kunnen we niet los van elkaar zien. Ze vullen elkaar aan en verduidelijken elkaar. Het verhaal maakt duidelijk dat de wet ‘niet uit de lucht komt vallen’, maar binnen een relationele sfeer gegeven wordt. “Ik ben de HEER, uw God” (vers 2). De Israëlieten moeten zich niet houden aan de geboden omdat de wet het zegt, maar omdat God vraagt om recht te doen aan de bestaande relatie.
In de voorafgaande verhalen heeft God zichzelf bekend gemaakt. God vraagt nu aan Israël dit toe te passen in hun dagelijks leven. Waarom andere goden dienen, als het verhaal al heeft laten zien dat niemand onder de goden gelijk is aan de HEER (Exodus 15:11)? Waarom een beeld maken van God, als zelfs zijn naam ‘HEER’ niet een precies afgebakende omschrijving geeft van wie Hij is? Waarom Gods naam ter grabbel gooien, als het verhaal vertelt dat God farao zijn macht heeft getoond om zijn naam op heel de aarde bekend te maken? Waarom zeven dagen werken, als het verhaal vertelt dat God op de zevende dag rust?
"Ik ben de HEERE, uw God, die u uit het land Egypte heeft geleid, uit het huis van slavernij."
Net als in de verhalen, laat de wet zien dat God ervoor kiest om door mensen heen te werken. Hij geeft het volk de verantwoordelijkheid om recht en gerechtigheid op aarde te brengen. De negatieve formulering in tweede persoon enkelvoud, in de verzen 12-17, laat zien dat het hier niet om rechten gaat, maar om plichten. Het is niet ‘ik heb het recht om te leven’, maar ‘de ander heeft het recht om te leven, dus ik heb de plicht geen moord te plegen.’ Het gaat niet om het ‘niet-doen’, maar om het ‘wel-doen’.
- Mijn ouders hebben recht op mijn respect.
- Mijn medemens heeft recht op leven.
- Mijn partner heeft recht op mijn trouw.
- Mijn medemens heeft recht op zijn bezit.
- Mijn medemens heeft er recht op dat ik eerlijk over hem spreek.
- Mijn medemens heeft er recht op dat ik, alles wat hij heeft, hem van harte gun.
Toepassing
De tien woorden beginnen met ‘Ik ben de HEER, uw God’ (vers 2) en eindigen met ‘uw naaste’ (HSV vers 17). Eerst God liefhebben en dan je naaste. Wat zegt dit over de toepasbaarheid van de tien woorden op individuele levens in onze huidige seculiere maatschappij?
Schrift
Over dit leesplan
Het boek Exodus begint met een volk dat in slavernij leeft en een God die afwezig lijkt en eindigt met een bevrijd volk dat voor God een tabernakel bouwt, die Hij vult met zijn heerlijkheid. Benieuwd hoe God Zichzelf in dit alles bekend maakt? Lees dit leesplan en ga mee op reis: een reis van redding naar roeping.
More
We willen Evangelisch College bedanken voor het verstrekken van dit plan. Ga voor meer informatie naar: https://www.evangelisch-college.nl