De HEER sluit een verbond

Inleiding

Het Bijbelgedeelte van vandaag valt in vier scenes uiteen. De verzen 1 en 2 introduceren het verhaal van de verzen 9-11, waarin we lezen dat Mozes, Aäron, Nadab, Abihu en zeventig oudsten de berg op gaan en God zien. Daartussen, in de verzen 3-8, lezen we hoe het verbond bekrachtigd wordt. Tot slot lezen we hoe de HEER Mozes uitnodigt om bij Hem te komen.

Toelichting

Straks zullen zeventig oudsten met Mozes de berg opgaan, maar nu mogen jonge Israëlieten de HEER brandoffers en een vredeoffer brengen (vers 5). De helft van het bloed giet Mozes tegen het gemaakte altaar. Op deze manier worden de zonden van het volk verzoend. Nadat Mozes het verbondsboek heeft voorgelezen en het volk zegt te zullen doen èn te zullen luisteren naar alles wat de HEER gezegd heeft (vers 7), sprenkelt Mozes de andere helft van het bloed op het volk. Dit symboliseert hun toewijding aan God. Net zoals later Aäron en zijn zonen door offers en besprenkeling gewijd worden als priesters (Exodus 29:21; Leviticus 8:30). Zo wordt het verbond bekrachtigd dat de HEER met het volk gemaakt heeft. Het initiatief is van God uitgegaan. Hij heeft het volk uitgenodigd om een ‘intiemere relatie’ met Hem aan te gaan. Om Gods kostbaarste bezit te zijn, een volk aan Hem toegewijd (Exodus 19:5-6).

Hierna gaan Mozes, Aäron, Nadab, Abihu en zeventig oudsten de berg op. Daar gebeurt eigenlijk het onmogelijke: ze zien God, terwijl ze niet door God worden gedood (vers 10-11; vgl. Exodus 33:20). Uit de beschrijving van wat ze zien, blijkt dat ze slechts een heel klein deel zien. Zie zien alleen zijn voeten en dat wat eronder is. Maar zelfs dat is al zo indrukwekkend dat ze het niet letterlijk kunnen weergeven. Wat ze zien is ‘als…’.

“en zij zagen de God van Israël.” (Exodus 24:10)

Daarna lezen we dat ze eten en drinken. In het Oude Nabije Oosten was het heel gebruikelijk dat een verbondsrelatie met een gemeenschappelijke maaltijd gevierd werd. Zo is ook deze maaltijd een teken van de verbondssluiting.

Na de maaltijd zegt God tegen Mozes dat hij naar Hem toe moet komen en dat Hij hem dan de stenen platen zal geven. Ergens klinkt dat vreemd, want in vers 4 hebben we gelezen dat het Mozes is die alles opschrijft. Wie schrijft er nu? Bij de roeping van Mozes zijn we iets soortgelijks tegengekomen. God zei dat Hij het volk zou bevrijden en dat Mozes het volk zou wegleiden (Exodus 3:7, 10). Ook bij de Rietzee hebben we gezien dat het enerzijds God is die het doet en anderzijds Mozes (Exodus 14:21). Vandaag zien we opnieuw: het is God die door Mozes heen werkt.

Toepassing

De oudsten zien God. In Johannes 14:9 zegt Jezus: “Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.” Welke aspecten van God de Vader zie jij als je naar Jezus kijkt?