God maakt zichzelf bekend - ExodusVoorbeeld
De HEER redt Israël
Inleiding
In Genesis 1:9 stroomt het water naar één plaats, zodat er droog land tevoorschijn komt. In het Bijbelgedeelte van vandaag splijt het water zodat er droog land ontstaat. In beide verhalen leidt het droge land tot leven.
Toelichting
Israëls redding eindigt zoals deze begonnen is: met de engel van God (Exodus 3:2; 14:19). Deze engel heeft dezelfde functie als de wolkkolom en de vuurzuil; het is een zichtbaar teken van Gods aanwezigheid bij het volk. De HEER is aanwezig, al is Hijzelf niet te zien.
De wolkkolom stelt zich op tussen de Israëlieten en de Egyptenaren. De vuurzuil verlicht de nacht aan de kant van de Israëlieten en de wolk brengt duisternis aan de kant van de Egyptenaren (vers 20). Ook bij de negende plaag was Egypte in duisternis gehuld en was er licht waar de Israëlieten woonden (Exodus 10:21-23). Kort daarna vond de tiende plaag plaats, maar de Egyptenaren leggen het verband niet.
Zoals de HEER bevolen had, houdt Mozes zijn arm boven de zee (Exodus 14:16, 21). De HEER laat dan de zee terugwijken door een krachtige oostenwind te laten waaien. Dus zowel Mozes als de HEER zijn erbij betrokken. Dit herinnert, net als de engel, aan het begin van Israëls redding. Bij Mozes’ roeping staat er namelijk dat God is afgedaald om zijn volk uit Egypte te bevrijden èn dat Hij Mozes stuurt om zijn volk uit Egypte weg te leiden (Exodus 3:8, 10). Vanaf dat moment zijn beiden bij Israëls bevrijding betrokken. Maar al zegt de HEER tegen Mozes dat hij god voor Aäron en farao zal zijn (Exodus 4:16; 7:1), uit alles blijkt dat Mozes absoluut niet gelijk is aan de HEER. Hij vertegenwoordigt Hem, maar het is de HEER alleen die Israël redt. De Egyptenaren bevestigen dit: ‘De HEER steunt de Israëlieten, Hij strijdt tegen ons!’ (vers 25).
“Zo redde de HEER de Israëlieten die dag uit de handen van de Egyptenaren…” (Exodus 14:30).
In de nacht trekken de Israëlieten tussen muren van water naar de overkant (vers 22). Ja, de vuurzuil verlicht de nacht en er is een droog pad, maar het is wel een geloofsdaad.
Als de ochtend aanbreekt voor de Israëlieten, valt de nacht voor de Egyptenaren. Eerst zaait de HEER paniek onder hen. Dan laat Hij de zee terugstromen naar haar gewone plaats. Daar waar aan het begin van Exodus farao bevel geeft om de Israëlitische jongetjes in de Nijl te gooien, gaat Egypte nu zelf ten onder in het water.
Gisteren hebben we gelezen dat de Israëlieten farao en zijn leger zien aankomen waardoor ze het uitroepen (Exodus 14:10). Nu zien ze de Egyptenaren dood langs de zee liggen en zien ze de machtige hand (HSV) waarmee de HEER tegen Egypte opgetreden is (NBV tot hen doordrong; vers 30-31). Dit zien leidt tot ontzag en vertrouwen.
Toepassing
Het verhaal van de Uittocht en doortocht door de Rietzee gaat niet over ‘dagelijkse strijd’ waar de Israëlieten van bevrijd worden. Het heeft betrekking op hun redding. Die redding doet de HEER voor hen. Het enige wat ze kunnen doen, is het in geloof aannemen. Hetzelfde geldt voor onze redding. Aan Christus’ lijden, sterven en opstanding kunnen wij niets toevoegen. We kunnen het alleen in geloof aannemen.
Schrift
Over dit leesplan
Het boek Exodus begint met een volk dat in slavernij leeft en een God die afwezig lijkt en eindigt met een bevrijd volk dat voor God een tabernakel bouwt, die Hij vult met zijn heerlijkheid. Benieuwd hoe God Zichzelf in dit alles bekend maakt? Lees dit leesplan en ga mee op reis: een reis van redding naar roeping.
More
We willen Evangelisch College bedanken voor het verstrekken van dit plan. Ga voor meer informatie naar: https://www.evangelisch-college.nl