God maakt zichzelf bekend - ExodusVoorbeeld
De wondertekenen
Inleiding
Vandaag lezen we over plagen die farao zelf treffen (letterlijk ‘uw hart’; Exodus 9:14). De hagel, sprinkhanen en duisternis leiden ertoe dat farao concessies doet, maar hij wil wel zelf blijven bepalen wie er weg mogen gaan. Als blijkt dat er geen ruimte is voor onderhandelen, blijft hij hardnekkig handelen. Of zorgt God ervoor dat Hij weigert?
Toelichting
Bij de achtste plaag vertelt God farao waarom Hij hem niet in één keer van de aardbodem heeft weggevaagd. God heeft farao in leven gelaten om hem zijn macht te tonen en om Gods naam op heel de aarde bekend te maken (Exodus 9:14-16). Hier horen we het missionaire hart van God kloppen. Hij heeft niet alleen Israël en Egypte op het oog, maar heel de wereld moet beseffen dat God HEER is, want heel de aarde is van Hem (Exodus 9:29). Niet alleen de generatie die op dat moment leeft moet het weten, maar Mozes moet het ook aan zijn kinderen en kleinkinderen vertellen (Exodus 10:2). Opnieuw zien we Genesis 1 door Exodus heen schijnen. Gods bedoeling was en is dat heel de aarde vol zal zijn van mensen die weten dat God de HEER is en dat weerspiegelen. Het eten van de verboden vrucht in de hof van Eden heeft geen einde gemaakt aan zijn plan en doel. Ook Exodus getuigt hiervan. De verlossing van Israël is niet Gods eindstation. Heel de aarde moet belijden dat God de HEER is.
Al erkent farao dat hij gezondigd heeft en dat God in zijn recht staat (Exodus 9:27 en 10:16), zodra de plaag verdwenen is blijft hij weigeren om het volk te laten gaan. Bij de zevende plaag weigert hij zelf, bij de achtste plaag lezen we dat God ervoor zorgt dat farao hardnekkig weigert. Zo eindigt de achtste plaag net zoals die ook begonnen is met hardnekkigheid. Opvallend is dat er in Exodus 10:1 staat dat God ook het hart van de hovelingen verhard (Exodus 10:1). Ondanks dat zeggen de hovelingen tegen farao: “Laat die Israëlieten toch gaan.” (vers 7).
"Maar daarom heb Ik u laten bestaan: opdat Ik u Mijn kracht zou laten zien, en Mijn Naam over heel de aarde verteld zou worden." (Exodus 9:16)
De negende plaag zorgt voor voelbare duisternis in het land gedurende drie dagen (Exodus 10:21, 23). Als eerste scheppingsdaad maakt God licht en brengt Hij scheiding aan tussen licht en duisternis (Genesis 1:3-4). Farao heeft zich tegen Gods scheppingsdoel gekeerd met zijn genocide. Alsof hij de schepping ongedaan willen maken. Het verhaal lijkt te zeggen: duisternis is wat je krijgt als je je keert tegen de schepping. En tegelijkertijd vertelt het verhaal dat God door die duisternis heen werkt. In een ochtendwake redt de HEER de Israëlieten uit de handen van de Egyptenaren (Exodus 14:24, 30).
Toepassing
In het Bijbelgedeelte van vandaag horen we het missionaire hart van God kloppen. Hij heeft niet alleen de Israëlieten op het oog, maar heel de wereld. Bedenk hoe jij vandaag concreet kunt bijdragen aan het missionaire doel van God. Ga, wat je bedacht hebt, vervolgens ook doen.
Schrift
Over dit leesplan
Het boek Exodus begint met een volk dat in slavernij leeft en een God die afwezig lijkt en eindigt met een bevrijd volk dat voor God een tabernakel bouwt, die Hij vult met zijn heerlijkheid. Benieuwd hoe God Zichzelf in dit alles bekend maakt? Lees dit leesplan en ga mee op reis: een reis van redding naar roeping.
More
We willen Evangelisch College bedanken voor het verstrekken van dit plan. Ga voor meer informatie naar: https://www.evangelisch-college.nl