Nader Gods troon dankzij onze hogepriester Jezus, Gods Zoon!

De laatste drie verzen van Hebreeën 4 vormen tegelijk een conclusie van het voorgaande en een inleiding op het gedeelte erna over Jezus als onze unieke hogepriester. Wij horen bij Jezus, de Zoon van God. Dat geloven we, en daar moeten we aan vasthouden.

Terugblik en conclusie van het voorafgaande

In zijn conclusie herhaalt de schrijver dat Jezus de Zoon van God is, iets wat hij al besproken heeft in Hebreeën 1 en 2. Hij wijst er op dat Jezus ‘de hemel is doorgegaan’. Zoals de hogepriester in het oude verbond als enige het allerheiligste van de tempel mocht binnengaan, zo is Jezus nu als enige mens op de meest heilige plek die er bestaat: Hij zit aan Gods rechterhand.

Houd je vast!

De schrijver roept op: houd je vast aan die geloofsbelijdenis. Het Griekse werkwoord dat gebruikt wordt voor ‘vasthouden’ komt vaker in de Bijbel voor:

• Het kan vastpakken betekenen, zoals Jezus de hand van Simons zieke schoonmoeder vastpakte (Markus 1:31).
• Het wordt ook gebruikt in de betekenis dat je je ergens aan houdt, zoals de farizeeën zich aan de traditie van hun voorouders (Markus 7:3) houden.
• Of het betekent om ergens trouw aan blijven (Opbenbaringen 2:13).

De schrijver roept op je trouw te blijven houden aan de geloofsbelijdenis, die luidt dat onze hogepriester Jezus aan Gods rechterhand zit (Hebreeën 3:1). Wat betekent het nu concreet, trouw blijven aan die belijdenis? Op Jezus zien en je aan Hem toewijden, ook als de omstandigheden dat moeilijke maken. Natuurlijk is dat moeilijk, want moeilijke omstandigheden zijn veel zichtbaarder dan Jezus. Daar wil de brief nou juist bij helpen!

Leef vol vertrouwen!

Onze hogepriester Jezus heeft zelf nooit iets verkeerds gedaan, maar Hij weet wel hoe moeilijk het is om geen verkeerde keuzes te maken. Door zijn leven heeft Hij ons, zijn broers en zussen, echter geheiligd. Laten we daarom vol vertrouwen leven als kinderen van God. Jezus is betrouwbaar en begrijpt ons.

Wees vrijmoedig!

In deze verzen roept de schrijver op ‘zonder schroom tot de troon van de Genadige te naderen’.

In het oude verbond mocht slechts één persoon in Gods aanwezigheid komen: de hogepriester op Grote Verzoendag. Hij ontving dan vergeving voor de zonde van zichzelf en het volk.

Wij echter mogen nu allemaal en zo vaak wij willen, ja dagelijks, in Gods aanwezigheid zijn op een intieme wijze. Zonder schroom, want wij zijn vergeven. We vinden daar bij God altijd hulp, medelijden en goedheid. En dat alles dankzij onze hogepriester Jezus Christus!

''Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip'' (Hebreeën 4:16, HSV).

Toepassing

Wat roept de quote bij jou op? Op welke manier(en) kun jij in het dagelijkse leven Gods troon naderen? Wat helpt jou wel en niet in het naderen van Gods troon?

Over ‘vasthouden’ en toewijden: Welke van de drie bovengenoemde aspecten van ‘vasthouden’ spreekt jou het meeste aan? Waarom?

Hoe kan jij meer groeien in de toewijding op Jezus? Wat heb je daarin nodig?