Brood en wijn - Leesplan rond het avondmaalVoorbeeld

Het thema wat speelde in de christelijke gemeente van Korinthe is het eten van offervlees. Dat je niet naar de afgodstempel gaat om daar in het tempelrestaurant uitgebreid te dineren. Daar waar de demonen actief zijn.

Maar er was ook nog een andere situatie, namelijk dat je ’s avonds thuis met je gezin de maaltijd gebruikt en een stukje vlees eet. Dat stukje vlees koop je bij de slager. ‘Geen probleem’, zou je denken. Maar dat was toen wel even anders, volgens sommigen. In Korinthe was er een grote markthal. En in die vleeshal werd vlees verkocht wat geslacht was bij gewone slachterijen, maar ook vlees afkomstig uit afgodstempels. Misschien zelfs wel gebruikt in offerrituelen. Maar vervolgens bleef er het een en ander over. Dat ging dan naar de vleeshal om verkocht te worden voor gebruik thuis.

De Joden moesten dan bij de slager informeren naar de achtergrond van dat vlees, want vlees wat aan de afgoden werd verkocht, dat mochten zij niet eten. Nu zijn er in de christelijke gemeente mensen die zeggen: ‘Wij moeten daar ook goed op letten. Als je naar de vleeshal gaat, vraag dan aan die slager waar hij zijn vlees vandaan heeft. Komt het uit zo’n tempel, koop het dan niet, want dan verontreinig je jezelf.’

Paulus zegt: ‘Dat is onzin. Eet alles wat in vleeshal wordt verkocht zonder navraag te doen omwille van het geweten. Je bent vrij om dat vlees te kopen en te eten, ook al komt dat uit de tempel. Want, zegt Paulus, ‘van de Heere is de aarde en haar volheid.’ Met andere woorden: dat vlees krijg je van God. Niet van die afgod. ‘En mocht je daar nu wat gevoelig voor zijn, dan moet je er gewoon niet naar informeren bij de slager. Koop en eet en geniet van het goede dat God geeft, want het komt allemaal van de Heere. Zijn eer is niet afhankelijk van het precieze stukje vlees wat jij eet.

Daarom zegt Paulus in vers 31: ‘...doe het allemaal tot eer van God.’ In de gewone dingen van elke dag houd je je allereerst met liefde aan Gods geboden, en verder mag je ontspannen leven uit zijn hand. Dat bevrijdt van heel veel kramp. Je zaligheid hangt echt niet af van het wel of niet eten van een stukje vlees. Maar bedenk altijd wél: Is wat ik doe tot eer van God?