Brood en wijn - Leesplan rond het avondmaalVoorbeeld

Wij mensen van de 21e eeuw willen graag vrij zijn. Wat bedoelen we daar vaak mee? ‘Vrij zijn is dat je kunt doen wat jij wilt, wat jij fijn vindt, waar jij je goed bij voelt, als je een ander er maar niet mee schaadt of benadeelt’, zeggen we er dan achteraan. Dat is niet alleen een gedachte buiten de kerk; dat zit ook binnen de kerk. Maar dat is christelijke vrijheid niet. Je bent als christen niet vrijgemaakt om je eigen gang te gaan, maar om naar de Heere te luisteren.

Dat maakt Paulus duidelijk met een tweede voorbeeld. Stel: je bent christen in Korinthe en je kunt het goed vinden met je ongelovige buren of met een heidense collega, en daarom nodigt hij jou al dan niet met je gezin uit om bij hem thuis te komen eten. Paulus geeft aan: ‘Dat is geen probleem.’

‘Maar stel nu’, zegt Paulus, ‘dat je daar zit en je staat op het punt om je biefstukje aan te snijden, en iemand zegt tegen je: ‘Dat is een afgodenoffer wat jij gaat eten.’ Paulus zegt: ‘Dan moet je gelijk je mes en vork neerleggen en het niet eten.’ Niet omdat dat vlees niet deugt, maar omdat je een ander niet wilt ergeren. Want stel dat die tafelgenoot die dat zegt een christen is, maar hij is nog zwak in zijn geweten. Hij heeft er nog wel moeite mee om dat offervlees te eten. Hij heeft nog niet ontdekt dat hij zich daar niet druk over hoeft te maken. Je wilt geen afstand tussen hem en jou. Geef geen aanstoot aan elkaar in de gemeente van God’, zegt Paulus.

Onze christelijke vrijheid wordt dus afgegrensd door de eer van God aan de ene kant en de geestelijke opbouw van de broeder of zuster aan de andere kant. Die twee dingen zijn belangrijker dan onze vrijheid. Het kan zomaar zijn dat je als christen dingen niet doet om een ander niet te ergeren, terwijl Gods gebod het je nergens verbiedt en je er zelf geen moeite mee hebt. En toch pas je je aan. In je gedrag of in je kleding. In hoe je je leven inricht. In wat je zegt. En dat allemaal om je geen afbreuk wilt doen aan het geestelijke leven van je broeder of zuster.