De laatste zaligspreking

Tomas was toeschouwer en hij geloofde zijn vrienden niet. Is dat een probleem, als je het allemaal niet kunt geloven? Geen geloof? Geen probleem! Jezus komt gewoon nog een keer. Speciaal voor Tomas. Dat vind ik mooi. Maar… er verandert wel iets. 

‘Het is beter dat ik bij jullie weg gaat’ had Jezus eerder gezegd (Joh 16:7). Nu, na het sterven en weer levend worden van Jezus, gaat het misschien wel hierover. Dus dat hij bijna weggaat. Trouwens, met de hemelvaart zou hij lichamelijk helemaal weg zijn. De ontmoeting van Tomas met de weer levende Jezus is een kantelpunt in het Nieuwe Testament. Hier merk je dat ná de opstanding alles anders is geworden en dat de relatie van de vrienden van Jezus met hem anders is geworden. Want niet zien, en toch geloven, dat zal de nieuwe standaard worden. Dat zichtbare, het fysieke aanwezig zijn, dat is eigenlijk al voorbij. Maria van Magdala ontmoette Jezus in de lentetuin bij het graf en herkende hem aan zijn stem. 'Houd me niet vast,' zei Jezus. 'Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zusters en zeg tegen hen dat ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.' (Johannes 20:17) 

Niet meer aanraken, niet meer vasthouden, niet meer zien. Dat is voorbij en komt niet meer terug. Wellicht tot teleurstelling van sommige gelovigen vandaag de dag die zo graag hun geloof tastbaar willen hebben. Misschien is het daarom wel dat Jezus een laatste, extra zaligspreking uitspreekt: ‘Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’ (Johannes 20:29)

Wat ik hoop dat je meeneemt uit het verhaal van Tomas is dat twijfels niet erg zijn. Ook niet voor je geloof. Het is niet erg als je niet zomaar dingen van vrienden en bekenden aanneemt. Je vragen zijn niet erg, en zelfs met onbeantwoorde vragen kan je prima leven. Maar onbevraagde antwoorden kunnen zelfs gevaarlijk zijn. De waarheid heeft geen indoctrinatie nodig om staande te blijven! 

Wist je dat er trouwens maar één plek in de Bijbel is waarin Jezus expliciet God wordt genoemd? Dat is in de reactie van Tomas als hij oog in oog staat met zijn vermoorde en weer levend geworden vriend: ‘Mijn Heer, mijn God!’ (Joh. 20:28) De twijfel van Tomas was de weg die hem bracht tot deze woorden.