Brood en wijn - Leesplan rond het avondmaalVoorbeeld

Zie je dat? In vers 24 staat drie keer een opdracht: Neem. Eet. Doe. Tot Mijn gedachtenis. Wat geeft dat aan? In ieder geval dat het bij ons ligt. Bij míjn gevoelens. Of ik er zin in heb. Of ik eraan toe kom. ‘Ik moet nog even kijken, hoor, of ik aan het avondmaal ga. Ik weet niet of ik daar wel behoefte aan heb.’ Dat is helemaal de vraag niet! Jezus geeft een opdracht. Een opdracht die je moet gehoorzamen. Tenzij je een goed excuus hebt. Als je een gelovige bent, als je vertrouwt op Jezus Christus, als je Hem nodig hebt, ben je geroepen. Maar wel aan een tafel waar Jézus centraal staat. En niet jij. Niet wij.

Pas op dat in zo’n avondmaalsviering toch niet stiekem wij weer centraal komen te staan. Want ook op die plekken waar er avondmaalsmijding is, kun je je afvragen: Als er maar een paar aan het avondmaal mogen, wie staan er dan centraal tijdens dat avondmaal? Het kan zomaar dat het de mensen zijn met bijzondere verhalen en bijzondere bekeringsverhalen centraal komen te staan.

Avondmaalsmijding en die ontzettende, innerlijke overwegingen, heeft deels te maken met een woord uit vers 27. In de Statenvertaling staat: ‘Daarom, wie onwaardiglijk dit brood eet, of den drinkbeker des Heeren drinkt.’ Onwaardiglijk.

Het woord ‘onwaardiglijk’ is in betekenis wat gaan veranderen. Het heeft de betekenis gekregen van: Ben ik het waard? Buiten de context van arm en rijk, dronken tekort, waar Paulus het over heeft, zijn mensen zich gaan afvragen: ‘Ben ik het wel waard om aan te gaan?’

Denk je dat er een gemeentelid in Korinthe, in die tijd, dacht aan die toepassing? Nee. Het gaat bij Paulus over de manier waaróp je het avondmaal viert. Het gaat niet over of jij waardig of onwaardig bent om aan te gaan. Wat Paulus doet, is in herinnering brengen: ‘Weet je wel wat je viert? Weet je wel wat Jezus voor jou heeft gedaan?’

Het is zíjn tafel. Jezus is Gastheer. Hij heet ons welkom. Waarom? Omdat Hij zijn leven gaf. Zijn lichaam verbroken werd voor jou. Zijn bloed vloeide. Je bent duur gekocht. Hij nodigt allen uit die Hem liefhebben. Hoe zwak en onzeker je ook bent. ‘Kom. Neem. Eet. Doe dit tot Mijn gedachtenis.’