Maar wij zien Jezus - HebreeënVoorbeeld

Maar wij zien Jezus - Hebreeën

Dag 2 van 34

Gods Zoon overtreft de engelen

In 1:5-14 werkt de schrijver het laatste kenmerk van Jezus’ identiteit uit, namelijk dat de Zoon ver verheven is boven de engelen, omdat Hij een eerbiedwaardiger naam heeft dan zij. Alleen daarom al is Gods communicatie door de Zoon superieur aan Gods woord dat door engelen wordt bemiddeld.

Bijbelse onderbouwing van de superioriteit van de Zoon

De Zoon is dus superieur aan de engelen, en dat bekrachtigt de schrijver met zeven (!) citaten uit de Hebreeuwse Bijbel.

  • God heeft een unieke relatie met de Zoon, Hij is de ‘eerstgeborene’. In 1:5 worden 2 Samuel 7:14 en Psalm 2:7 geciteerd. Deze teksten werden na de komst van Jezus gezien als sprekend over de Messias.
  • de engelen zijn Jezus’ dienaars. 1:6 verwijst naar Psalm 97:7: goden (ook wel geïnterpreteerd als engelen) moeten zich buigen voor God de koning. Hiermee suggereert de schrijver dat Jezus, net als God, aanbidding waardig is.
  • In 1:7 citeert de auteur Psalm 104:4 waar gesproken wordt over de grootheid van God, die alles geschapen heeft en alles beheert en van Wie de engelen dienaars zijn.
  • Jezus als eeuwige heerser over en onderhouder van de schepping, is met niemand te vergelijken maar wel aan God gelijk, vers 8-12. Daarom wordt Psalm 45:7-8 geciteerd.
  • In 1:10-12 wordt Psalm 102:26-28 geciteerd, waarin God onder andere wordt geprezen om zijn eeuwige macht en unieke positie.
  • Jezus zit aan Gods rechterhand, de engelen niet. In 1:13 citeert de auteur Psalm 110:1, ook weer een Psalm die in het vroege christendom ook als profetie over de Messias werd gezien.

De cruciale rol van Psalm 110

Uiteindelijk zal de schrijver in zijn hele betoog Psalm 110 dertien keer citeren of laten meeklinken. Daarom wordt de Hebreeënbrief wel eens ‘een commentaar op’ of ‘preek over’ Psalm 110 genoemd. Het eerste en het vierde vers van deze Psalm staan centraal bij schrijver om aan te tonen dat de Zoon niet alleen naast God zit, maar ook priester is.

''Want tegen wie van de engelen heeft God ooit gezegd: U bent Mijn Zoon, heden heb Ik U verwekt? ...'' (Hebreeën 1:5, HSV).

Onderbouwing vanuit Oude Testament

Waarom zou de schrijver het zo nodig achten om uit het Oude Testament te citeren als hij het over de Zoon heeft? Omdat hij in zijn hele brief laat zien, dat er continuïteit is: God blijft spreken met zijn schepping. Door teksten uit het Oude Testament op deze manier te lezen, benadrukt de auteur de continuïteit van Gods reddende handelen. Het hoeft geen verrassing te zijn, dat God in Jezus op veel betere wijze doorgaat waarmee Hij is begonnen. Het stond al in de Bijbel!

Toepassing

De Zoon is de eerstgeborene, waar de engelen slechts dienende geesten zijn. Hoe ga jij om met de soms levendige belangstelling voor engelen vandaag de dag?

Dag 1Dag 3

Over dit leesplan

Maar wij zien Jezus - Hebreeën

Hoe kun je in alle omstandigheden van het leven Jezus vasthouden? Dat is de vraag die de Hebreeënbrief beantwoordt! Wil jij je verdiepen in de rijkdom van de Hebreeënbrief met korte Bijbelstudies, weten hoe de brief jou motiveert om radicaal toegewijd te blijven en leren hoe je te midden van gebrokenheid toch vol vertrouwen kunt geloven? In dit leesplan ontdek je hoe jij je vast kunt houden aan Jezus.

More

We willen Evangelisch College bedanken voor het verstrekken van dit plan. Ga voor meer informatie naar: https://www.evangelisch-college.nl