De fauna van het beloofde landVoorbeeld

REPTIELEN

Als we de draak meetellen, dan lezen we meer dan honderd keer in de Bijbel over reptielen. Het eerste beest dat in de Bijbel met naam en toenaam voorbijkomt, is een reptiel. De duivel kwam het paradijs binnen in de gedaante van een slang, die toen nog niet met zijn buik over de aarde kroop. Waarschijnlijk had het dier toen dus poten en mogelijk ook vleugels. In het laatste boek van de Bijbel, Openbaring, komt de draak terug. Een voor ons surrealistisch beest met zeven koppen en tien hoornen. De slang, de draak en andere vreemde zeedieren (dinosauriërs?) worden gezien als vijandige machten waarmee afgerekend zal gaan worden. In het volgende deel hopen we meer te leren over de dino’s; nú zoomen we verder in op dat enge en giftige beest: de slang.

Koperen slang
De mensheid wordt in de Bijbel ook wel slangenzaad genoemd. We zijn bevrucht met het kwaad. Laster, wat in Psalm 140 wordt vergeleken met slangengif, komt regelmatig uit onze mond. Het gif van onze zonden doet zijn werking in ons leven en in de samenleving. De zonde gaat rond als de ziekte en baart de dood.

Over ziekte gesproken… bij artsen zie je nog wel eens het teken van de geneeskunde, de esculaap. Het is een koperen slang gekronkeld rond een staak. De Grieken gebruikten het bij de godsdienst van de geneeskunde. Maar het beeld komt al veel eerder in de geschiedenis naar voren. Als het volk Israël in de woestijn weer tegen God gezondigd heeft, komen er allemaal slangen het tentenkamp in. Mozes moet van God een slang van koper op een staak zetten. (Leuk om te weten: Nachash is het Hebreeuwse woord voor slang en heeft dezelfde letters als nechoshet, dat met het woord ‘koper’ wordt vertaald.) Men moest niet langer naar de slangen van beneden kijken, maar zijn ogen richten op de aangeboden slang van boven. Iedereen die er zijn oog op richtte en die slang zag, werd gezond. Deze koperen slang is daarna zevenhonderd jaar lang bewaard gebleven als getuige van dit grote genadewonder van God.

Zie op Jezus
Jahweh, de ‘Ik zal’ van Genesis 3 heeft de kop van de slang vermorzeld. Jezus gaat hier in het gesprek dat Hij met de Schriftgeleerde Nicodemus heeft op in. Hij zegt tegen hem: "En zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft" (Johannes 3:14-16, HSV). Zo hing Hij een tijd na dit gesprek Zelf tussen hemel en aarde, om de mensen die op Hem zien te redden van de eeuwige dood. Richt je oog daarom niet op het stoffelijke, wat zo aantrekkelijk lijkt, maar op de Zoon die van God gegeven is. Richt je ogen op Jezus! Zie op Hem!

Positieve noten
Net zoals we in dit leesplan bij meer dieren zullen zien, kunnen we in sommige gevallen ook een voorbeeld aan de slang nemen. Neem hun bedachtzaamheid (Mattheus 10:16) en voorzichtige wijze van bewegen (Spreuken 12:16,23, 13:16; 14:8,15,18, 22:3, 27:12).

Ook in de toekomst is de slang geen bedreiging meer. Dan zal de slang stof eten en een zuigeling zal zich vermaken bij het hol van een adder. Zonder nare gevolgen zal een peuter zijn hand steken in het nest van een gifslang. Geen probleem! (Jesaja 11:8)

Die tijd gaat komen. Dan is de aarde vol van de aanwezigheid van de HEERE. Dát is echte shalom! Zoals die was in het paradijs, nu is in de hemel en straks op z’n mooist zal zijn als de Heere Jezus, de Verhoogde, terugkomt!