De fauna van het beloofde landVoorbeeld
DE HOND
Het leek mij goed om ook bij dit trouwe en voor velen favoriete huisdier stil te staan. Dit laatste staat overigens haaks op hoe orthodoxe joden aankijken tegen honden: voor hen is het vaak een onrein, eng beest. Mijn zus en zwager wonen in Jeruzalem. Ze hebben een kleine hond. Samen liepen we door de oude stad. Bij het zien van de hond liepen orthodoxe joden met een boog om ons en het schattige beestje heen. Het dier voelde aan dat het niet heel erg geliefd was en rende (bewust?) vaak grommend op hen af. Zij zetten het vervolgens op een lopen, want ze blijven graag bij zo’n onrein, grommend beest uit de buurt…
Honden in de tijd van de Bijbel
Hoe onrein ook, zo’n dertig keer lezen we in de Bijbel over honden. Kèleb is de Hebreeuwse naam voor de hond. Mocht je een beetje Bijbelkennis hebben, dan sla je nu direct aan: dat woord herken je van de naam Kaleb, één van de ‘goede’ verspieders.
Honden werden ook wel als huisdier gehouden. Ze kregen naast de vleesafvalverwerking een functie bij de jacht en hielden ’s nachts waakzaam de wacht. Uit Job 30:1 leren we dat ze ook ingezet werden bij de kudde schapen, met name om roofdieren op afstand te houden.
Honden leefden vaak, zonder baas, in groepen op straat (zoals we dat kennen van de wolven). Al het vlees dat ‘buiten’ was, werd ’s nachts door de honden opgevreten. Daarom leefden ze vaak in de buurt van mensen. We lezen van honden die, toen koning Achab dood was, kwamen om zijn bloed op te likken of om het lichaam van zijn – ook overleden – vrouw Izebel op te eten. Brrr... Afschuwelijk!
Lazarus
Ken je de parabel van de rijke man en de arme Lazarus? Lazarus betekent ‘God helpt’ of ‘God heeft geholpen’. Nou, zo werd er waarschijnlijk niet tegen die arme man vol zweren aangekeken. Men raakte ‘die viespeuk’ liever niet aan. Maar de honden kwamen wel en likten zijn wonden. In Nederland krijgen we compassie met dat beeld voor ogen. Die lieve hondjes… En ja, enerzijds laat de parabel zien dat de honden de rijke man tot een voorbeeld zijn qua omzien en zorg. Even wat ‘likken’ kan een stimulerend effect hebben op de doorbloeding en daarom ook op de genezing. Maar honden die voluit komen likken, verergeren de zweren, die men als een straf zag, alleen maar. Er werd ook wel gezegd dat de hond de wond likte als beloning voor bedreven kwaad. In hondenspeeksel zit namelijk een bacterie die ongevaarlijk is voor de hond, maar dodelijk voor de mens…
Scheldwoord
‘Hond’, sowieso een scheldwoord in Israël. Zei Goliath de onbesneden Filistijn het niet tegen David: Ben ik soms een hond dat je met een stok naar mij toe komt? David zelf noemde zijn vijanden ook honden. "Want honden hebben mij omsingeld, een horde kwaaddoeners heeft mij omgeven; zij hebben mijn handen en mijn voeten doorboord" (Psalm 22:17, HSV). "Red mijn ziel van het zwaard, mijn eenzame ziel van het geweld van de hond" (Psalm 22:21, HSV). Joden noemden de heidenen honden vanwege hun onreine leven. Jezus Zelf gaat mee in deze vergelijking: "Hij antwoordde echter en zei: Het is niet behoorlijk het brood van de kinderen te nemen en naar de hondjes te werpen. Zij zei: Ja, Heere, maar de hondjes eten ook van de kruimels die er vallen van de tafel van hun bezitter. Toen antwoordde Jezus en zei tegen haar: O vrouw, groot is uw geloof; het zal gebeuren zoals u wilt. En haar dochter was vanaf dat moment gezond" (Mattheüs 15:26, HSV).
Herders van het volk die niet waken over Israël, en dat geldt ook voor de gemeente, worden in de Bijbel op negatieve wijze met honden vergeleken, zie bijvoorbeeld Jesaja 56. De profeet Jesaja is heel duidelijk over de ontrouwe ‘pastors’ die niet waken over de kudde. Ze worden ‘stomme honden’ genoemd, die niet blaffen als er gevaar aankomt. Paulus en Petrus maken ook stevige vergelijkingen tussen mensen en honden. "Let op de honden, let op de slechte arbeiders, let op de versnijdenis" (Filippenzen 3:2, HSV). "Maar hun is overkomen wat een waar spreekwoord zegt: De hond is teruggekeerd naar zijn eigen uitbraaksel en de gewassen zeug naar het rondwentelen in de modder" (2 Petrus 2:22, HSV).
Beste lezer, zorg dat je geen onrein hondenleven hebt, maar leef rein voor en met God!
Over dit leesplan
In dit leesplan verdiepen wij ons in de fauna die we in de Bijbel tegenkomen. Gods dierentuin. Wat valt hieruit te leren? Van de vogels, tot de leeuw, de offerdieren tot de onreine dieren.15 dagen lang genieten van Gods dierenrijk! Dit leesplan hoort bij de Reisgids door het beloofde land | In Jezus’ voetsporen…’!
More
We willen Bert Noteboom bedanken voor het verstrekken van dit plan. Ga voor meer informatie naar: http://www.reisdoordebijbel.nl/