Doeltreffend bidden - deel 3 Voorbeeld

Jabez – ambitie in gebed

‘Als U mij rijk zegent en mijn gebied uitbreidt(...)’ (1 Kronieken 4:9,10, HSV).

In gebed ligt een ambitie verborgen die God welgevallig is. Het is niet tot zijn eer als wij slechts geringe verzoeken indienen. Aangezien wij naderen tot de troon van de grote Koning, moeten we Hem eren door waardige gebeden tot Hem op te zenden. Het verhoren van gebeden zal zijn middelen heus niet uitputten.

Jabez is een voorbeeld in ambitieus bidden dat onze navolging verdient. Dat zijn gebed voldeed aan de voorwaarden van God, wordt bevestigd door het antwoord dat God geeft: ‘En God liet komen wat hij gevraagd had’ (vers 10). Ondanks de aangeboren handicap, die blijkt uit de naam die hij had gekregen (Jabez betekent verdrietig), zorgde zijn gebedsleven ervoor dat hij boven het niveau van zijn tijdgenoten uit kon stijgen. ‘Jabez was van groter aanzien dan zijn broers’ (vers 9). Onder de namen van de doden die genoemd staan aan het begin van dit hoofdstuk, krijgt alleen hij een eervolle vermelding. En het was zijn gebed dat hem deze roem opleverde.

Zijn hoge aspiraties blijken uit zijn openingszin – hij wilde geen genoegen nemen met een algemene zegen uit Gods hand. Hij vroeg om een verlegging van zijn grenzen. Hij was niet tevreden met een klein grondgebied voor God als hij een groter gebied kon krijgen. De onzelfzuchtigheid en zuiverheid van zijn motieven blijkt uit het antwoord dat hij kreeg. Zo’n ambitie voorkomt dat ons geestelijk kaliber afneemt.

Met een oprecht gevoel voor realisme vroeg hij of Gods hand hem wilde toerusten om grotere taken te verrichten. Aangezien een groter grondgebied onvermijdelijk de aandacht van zijn vijanden zou trekken, vroeg hij God ook om zijn omringende en beschermende aanwezigheid. ‘Als U het kwaad van mij wegdoet...’.

God is nog altijd op zoek naar mannen en vrouwen van wie hun ambitie blijkt uit gebeden zoals die van Jabez.