Strijd in je denken overdenkingenVoorbeeld

Een volmaakt plan

Ik vertrouw erop [ben er zeker van] dat Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van [de wederkomst van] Jezus Christus. - Filippenzen 1:6

Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen. - Efeziërs 2:10

Hoe vaak hebben we predikers niet horen zeggen: ‘God heeft een plan voor jouw leven’? We knikken braaf, glimlachen wellicht zelfs even en gaan vervolgens onze weg. Ik weet niet zeker of de meeste mensen dit echt wel geloven – in ieder geval is ons leven vaak geen weerspiegeling van dat geloof. 

Wat houdt het in om ervan overtuigd te zijn dat God een volmaakt plan voor ons heeft? Misschien vinden we het woord ‘volmaakt’ lastig. We zijn feilbaar en maken fouten. Hoe kan er ooit iets volmaakt zijn in ons leven? We kennen onszelf te goed. Onmiddellijk denken we aan onze tekortkomingen en schudden ons hoofd in ongeloof.

Dat is een truc van de duivel! Het plan is niet volmaakt omdat wíj volmaakt zijn; het plan is volmaakt omdat Gód volmaakt is. Laten we het voor nu in ieder geval even als volgt zeggen: ‘God heeft een bijzonder plan voor het leven van ieder van ons.’

Laten we eens nadenken over dat plan. In Filippenzen 1:6 schreef Paulus dat God ons heeft gered en een goed werk in ons is begonnen. De Geest is nog altijd bij ons en duwt ons voorzichtig vooruit. In de tekst uit Efeziërs 2:10 schreef Paulus dat wij Gods maaksel zijn; Gods handwerk. Twee verzen eerder staat dat we gered zijn door Gods genade. Voor onze redding hebben we niets gedaan – we hebben er niet voor gewerkt, het niet verdiend. Dat we in het koninkrijk van God zijn wedergeboren is een gave; een geschenk. God doet het en wij ontvangen het. Ja, we geloven, maar dat heeft niets te maken met het verdienen van onze redding.

Wanneer we denken aan Gods werk in ons, dan herinneren we onszelf eraan dat – hoewel we onvolmaakt zijn – God volmaakt is. Niets wat we kunnen doen is goed genoeg om te beantwoorden aan Gods volmaaktheid. Alleen Jezus, de volmaakte, is goed genoeg. Niets dan ons geloof in Hem maakt ons aanvaardbaar voor God.

De apostel Paulus schrijft verder dat we gered zijn door Jezus Christus en goede werken kunnen doen. God heeft ons voorbereid voor het leven dat Hij wil dat we leiden. Zijn Woord maakt duidelijk hoe dat leven eruitziet.

Het is niet zo dat we volmaakt zijn of ooit volmaakt zullen worden hier op aarde. God is volmaakt en Hij heeft een plan voor ons. Onze opdracht is om onze ogen op Jezus te richten en op waar Hij toe in staat is; dus niet op onszelf en onze onbekwaamheden.

Zodra we zeggen: ‘Wacht! Ik ben niet volmaakt! Ik zal falen!’ halen we onze aandacht van God af en staan we satan toe om ons af te leiden door verkeerde gedachten. Onze liefdevolle Heer roept ons op om onze gedachten en ons hart volkomen op Hem te richten. Hoe meer we dat doen, hoe beter we leven volgens Zijn goede en volmaakte plan.

We mogen net als Jozua zijn, tegen wie God zei: ‘Dit boek met deze wet mag niet wijken uit uw mond, maar u moet het dag en nacht overdenken, zodat u nauwlettend zult handelen overeenkomstig alles wat daarin geschreven staat. Dan immers zult u uw wegen voorspoedig maken en dan zult u verstandig handelen’ (Jozua 1:8).

Volmaakte God, help me in deze strijd in mijn denken. Satan wijst me voortdurend op mijn onvolmaaktheid en mijn zwakheden, maar ik vraag U mij te wijzen op Uw volmaaktheid, Uw liefde en Uw nabijheid, zodat ik altijd in overwinning kan wandelen. Ik vraag deze dingen door Jezus Christus. Amen.