De essentie in drie punten

Wat vind jij belangrijk? Probeer eens iets belangrijks te bedenken voordat je verder leest.

Waar dacht je aan? Je hond, partner, vriendin, kinderen, baan, auto, wat andere mensen van je vinden of van je nieuwe huis? Nu had woestijnvader Antonius geen hond en zeker geen auto, dus wat zou hij op zo’n vraag geantwoord hebben? Het mooie is dat we het antwoord weten. Alhoewel, de vraag werd wel iets anders gesteld. Iemand vroeg namelijk eens aan Antonius: ‘Wat moet ik doen om God blij te maken?’ Nu wordt Antonius meestal niet gewoon ‘Antonius’ genoemd. Hij kreeg in het vroege christendom een bijnaam: ‘de Grote’. Antonius de Grote beantwoordt de vraag dan ook groots en gul, hij geeft maar liefst drie antwoorden. Zo staat er in de woestijnvaderspreuken:

Woestijnvader Antonius gaf de man het volgende antwoord: ‘Wat ik u nu opdraag, doet dat. Ten eerste, waar u ook heengaat, denk altijd aan God (Kolossenzen 3:2). Ten tweede, wat u ook doet of zegt, zorg ervoor dat het niet afwijkt van wat in de Bijbel staat (1 Johannes 5:3). Als derde, op welke plaats u ook gaat wonen, ga niet te snel weg. Onderhoud deze drie zaken, en u wordt gered.’

Het leuke is dat veel woestijnvaders de gewoonte hadden om drie antwoorden te geven, want één antwoord zou écht niet goed zijn, alsof de essentie van een belangrijke vraag in één antwoord te vatten zou zijn. Twee antwoorden zou suggereren dat er sprake is van een dualiteit, twee uitersten die samen een gemiddeld antwoord vormen. Nee, dan is drie mooi. Het laat iets zien van de complexiteit van het leven, dat meer vraagt dan een pasklaar of een ‘enerzijds, anderzijds’-antwoord. 

[1] Abt Andreas zei altijd: ‘Monniken horen drie dingen te doen: gedraag je als een vreemdeling in deze wereld, wees arm en klaag niet als je lijdt.’ 

[2] Stervend heeft abt Benjamin tegen zijn zonen gezegd: ‘Doe dit, dan kun je gered worden: Wees altijd blij, bid onophoudelijk en dank God voor alles wat er gebeurt.'’ (1 Tessalonisenzen 5:16-18)

[3] Vader Gregorius zei: ‘Deze drie dingen vraagt God van de mensen die gedoopt zijn: echt geloof in je hart, waarheid op je lippen en beheersing van je lichaam.’

Wat opvalt is dat Antonius, Andreas, Benjamin en Gregorius allemaal andere antwoorden geven. Ze hebben ook allemaal gelijk. Want voor ieder mens kunnen verschillende zaken ‘de belangrijkste’ zijn. Wat zouden die van jou zijn?