1
Exodus 4:11-12
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939
Toen sprak Jahweh tot hem: Wie heeft den mens een mond gegeven; wie maakt hem stom of doof, ziende of blind; Ik, Jahweh, niet waar? Ga dus; Ik zal u in het spreken bijstaan en u ingeven, wat ge moet zeggen.
Thelekisa
Phonononga Exodus 4:11-12
2
Exodus 4:10
Maar Moses sprak tot Jahweh: Ach, Heer, ik ben helemaal niet welbespraakt, ik ben het vroeger nooit geweest, en ben het ook nu nog niet, al hebt Gij tot uw dienaar gesproken; ik ben slechts een stamelaar.
Phonononga Exodus 4:10
3
Exodus 4:14
Toen ontstak Jahweh in toorn tegen Moses en sprak: Is uw broeder Aäron, de Leviet, er ook niet? Ik weet, dat hij gemakkelijk spreekt! Zie, hij komt u al tegemoet, en verheugt er zich op, u weer te zien.
Phonononga Exodus 4:14
Ekuqaleni
IBhayibhile
Izicwangciso
Iividiyo