Lucas: Verrassende lagen in vertrouwde verhalenVoorbeeld

Lucas: Verrassende lagen in vertrouwde verhalen

Dag 4 van 5

Overdenking

Jezus – is de Zoon van God. En vandaag wil ik samen met je nadenken over een unieke gebeurtenis uit zijn leven waar zijn zoonschap enorm op de proef wordt gesteld – en daarmee hoop ik dat we vandaag iets leren over wat het voor ons betekent om zelf een zoon of een dochter van God te zijn.

Laten we eerst een gedeelte lezen. Dat doe ik uit Lucas 4 vers 1 tot 4. Want alleen al uit deze eerste verzoeking wordt heel veel duidelijk.

Jezus wordt direct na zijn doop door de Geest de woestijn in geleid. Zijn Vader heeft Hem net bij zijn doop nog ‘mijn geliefde Zoon’ genoemd en nu is de duivel er als de kippen bij om precies daaraan te gaan twijfelen: ‘Áls U de Zoon van God bent’ – ‘Ben U dat eigenlijk wel? Bewijs het maar eens.’ Toch hoeft het ons niet te verbazen dat het zo gaat. Zo ging het namelijk bij alle zonen van God uit het Oude Testament. Adam, die Lucas net hiervoor ook al zoon van God noemde, werd ook door de duivel op de proef gesteld. En God noemde Israël ook zijn zoon waarna het volk in de woestijn ging en daar op de proef werd gesteld. De veertig dagen van Jezus herinneren aan de veertig jaren van Israël in de woestijn. Blijkbaar komt de duivel graag langs bij Gods zonen om de boel in de war te schoppen.

Maar nu gaat het anders. Want nu gaat het om de ware Zoon van God. En de verzoeking in de woestijn zal dat duidelijk gaan maken. In Deuteronomium 8 zegt Mozes dat God Israël 40 jaar in de woestijn heeft laten rondwandelen om te ontdekken wat er in het hart van het volk leefde en zo zal de woestijnreis van Jezus ook duidelijk maken wat er in zijn hart leeft. De woestijn openbaart de ware Zoon van God. En dus juist op het punt waarop Jezus in twijfel wordt getrokken door de duivel – namelijk of Hij wel echt de Zoon van God is – wordt Jezus juist bevestigd. En zo schopt God in Jezus juist alle boze plannen van de duivel in de war. Tegen zijn zin in werkt satan mee aan de triomftocht van God. Wat hij ten kwade had bedoeld, gebruikt God ten goede.

Jezus blijkt uit de beproeving werkelijk de Zoon van God te zijn. Maar, hoe wordt dat dan duidelijk? Dat gaan we beter begrijpen als we onthouden dat de titel ‘zoon’ iets zegt over de relatie met de Vader. Je bent een zoon, omdat je een vader hebt. Wil je dus laten zien dat je een zoon bent, dan zal je moeten laten zien dat je een Vader hebt. Dat is ook de uitdaging waar Jezus in de woestijn voor wordt gesteld. Als de duivel in twijfel trekt of Jezus wel de Zoon van God is, dan is dat niets anders dan dat hij in twijfel trekt of God wel zijn Vader is. Het komt er dus voor Jezus op aan om in de woestijn om vast te houden aan zijn eigen zoonschap, door vast te houden aan Gods vaderschap. Hoe dat eruit ziet, dat zien we zo.

Jezus wordt in de woestijn op de proef gesteld als Zoon van God. En we hebben gezien dat als de duivel aan Jezus vraagt: ‘Ben jij wel écht de Zoon van God?’ Dat eigenlijk niets anders is dan de vraag: ‘Is God wel écht jouw Vader?’ Dat wordt ook duidelijk als we de eerste verzoeking van de duivel wat beter bekijken.

De duivel zegt tegen Jezus: ‘Als U de Zoon van God bent, beveel die steen dan in een brood te veranderen.’ Dat lijkt op het eerste gezicht een onschuldige gedachte. Wat is er verkeerd aan het regelen van brood? Jezus heeft veertig dagen niet gegeten en heeft enorme honger. We kunnen ons er wel iets bij voorstellen dat je dan behoefte hebt aan voedsel en daar is ook niets mis mee. Bovendien heeft Jezus de capaciteiten om op wonderlijke manieren aan eten te komen. Dat zal Hij verderop in zijn bediening ook nog heel duidelijk maken wanneer Hij duizenden mensen voedt met slechts enkele broden en vissen. Als Zoon van God kan Hij het, Hij deed het later ook, dus waarom zou Hij het nu niet doen? Wat is daar mis mee?

De verzoeking die in de vraag van de duivel ligt is niet dat Jezus niet van stenen brood mag maken omdat de duivel het Hem zojuist heeft ingefluisterd. Het probleem is niet dat Jezus dan naar de duivel zou luisteren en Zich daarom nu maar moet inhouden. Nee, de verzoeking is veel subtieler en veel dieper. Maar Jezus heeft het door. En dat blijkt uit het antwoord dat Hij geeft. Hij zegt namelijk: ‘Er staat geschreven: “De mens leeft niet van brood alleen”’ Wat bedoelt Hij daarmee?

Jezus haalt Deuteronomium 8 aan. Daarin staat dat het volk Israël manna kreeg van God om de les te leren dat ze niet alleen van brood leefden, maar van alles wat de mond van de HEER voortbrengt. De les van het manna was dat de Israëlieten in de woestijn niet hoefden te wanhopen wanneer er te weinig voedsel was, omdat God altijd als een vader voor hen zou voorzien. Het manna leerde hen dat wanneer ze honger hadden, ze niet hoefden te twijfelen aan het vaderschap van God. En dat is ook wat Jezus wil zeggen: ik heb wel honger, maar ik heb ook een Vader.

Kijk, dit is de kern, luister goed: wanneer de duivel Jezus probeert te verleiden om van stenen brood te maken dan probeert hij Jezus te verleiden om niet langer uit de hand van de Vader te leven. Dat is de verzoeking. Jezus zou dan, in plaats van dat hij vertrouwt op de zorg van zijn Vader, zijn eigen brood gaan regelen en voor zichzelf gaan zorgen. En dat zou precies het moment zijn waarop Hij zichzelf juist niet meer als Zoon gedraagt. Een ware Zoon leeft consequent vanuit de zekerheid dat Hij een Vader heeft, ook als Hij honger heeft. Dus áls Jezus de Zoon van God is, dan moet Hij juist niet van stenen brood gaan maken. Daarmee zou Hij het vaderschap van God alleen maar ontkennen en daarmee zijn eigen zoonschap ontkennen.

Vandaag wil ik dit aan je meegeven: Zonen en dochters van God bewijzen zichzelf niet door het maken van brood uit stenen. Zij hoeven zichzelf niet te bewijzen door het heft in eigen handen te nemen. Of jij een zoon of een dochter van God bent hangt af van of je een hemelse Vader hebt. En dus tonen ware zonen en dochters van God zichzelf door in alle situaties consequent te leven uit het vaderschap van God. En dat kan betekenen dat je voor een tijd door honger heen gaat. Dat kan betekenen dat je in moeilijke situaties niet zelf de regie neemt, maar je in vertrouwen overgeeft aan de Vader. Jezus leert ons vandaag, dat als je een zoon van God bent, je dat niet ontdekt aan de hoeveelheid brood om je heen, maar of je weet hebt van de God van de oogst. Alleen dan kan je door de woestijn heen of er nu manna is of niet. Waarom? Omdat je niet leeft van brood, maar omdat je leeft van wat de Vader je geeft.

Dag 3Dag 5

Over dit leesplan

Lucas: Verrassende lagen in vertrouwde verhalen

Veel verhalen uit het leven van Jezus zijn zo bekend dat ze ons vaak niet meer verbazen. In dit leesplan maak je daarom kennis met verrassende lagen in de vertrouwde verhalen van Jezus. Dat doen we vanuit het evangelie van Lucas. De overdenkingen zijn geschreven door Evert Leeflang, die je op een inspirerende manier meeneemt in de context en diepere lagen van Lucas' boodschap. De overdenkingen zijn eerder uitgezonden bij het programma Levenswoorden op Groot Nieuws Radio. Laat je raken, verwonderen en bemoedigen door deze teksten en ontdek wat ze vandaag voor jou kunnen betekenen!

More

We willen Evangelisch College bedanken voor het verstrekken van dit plan. Ga voor meer informatie naar: evangelisch-college.nl