Geloof, Deel 3 van 3Voorbeeld

Geloof is niet slechts voorbehouden aan een beperkte groep mensen

“Maar nu is zonder de wet gerechtigheid van God geopenbaard, waarvan door de Wet en de Profeten is getuigd: namelijk gerechtigheid van God door het geloof in Jezus Christus, tot allen en over allen die geloven, want er is geen onderscheid” (Romeinen 3:21-22, HSV).

Het Joodse volk heeft een speciale relatie met de Heere God. Met dit volk sloot Hij zijn verbond, zij kregen opdracht om een tempel te bouwen waar God als het ware tussen de mensen kon wonen, en uit dit volk is de Heere Jezus geboren. Dat betekent echter niet, dat alleen Joden in God mogen geloven, of dat alleen zij gered kunnen worden. Psalm 117 roept ons op: “Loof de HEERE, alle heidenvolken; prijs Hem, alle natiën.”

Omdat de Heere Jezus in (de directe omgeving van) Israël leefde, preekte en zijn wonderen deed, was het logisch dat de eerste gelovigen ook Joden waren. Maar al snel werd het goede nieuws over Hem ook naar andere landen verspreid en kwamen ook mensen uit andere volken tot geloof. De apostel Paulus concludeert dan ook: “Is God alleen de God van Joden? En niet ook van heidenen? Ja, ook van heidenen.” (Romeinen 3:29).

“Er is geen onderscheid,” zegt hij een paar verzen eerder. Uit welk volk je ook afkomstig bent, wat voor sociale positie je ook hebt of welke taal je ook spreekt: Als je in Jezus Christus gelooft, zul je gered worden. Het Evangelie is voor iedereen!