Lees de Bijbel met de bril van Jezus op

"Gij hebt immers gehoord van de bediening door Gods genade mij met het oog op u gegeven" (Efeziërs 3:2, NBG51).

Als je maar even bladert, staat er genoeg in de Bijbel over God die zijn wetten toepast door te straffen. Je zou er bang van worden. Maar dan moet je wel buiten Jezus om lezen. Wie Jezus leert kennen, gaat de Bijbel met andere ogen bekijken. Zijn aanwezigheid brengt alles wat er staat in het perspectief van Gods genade.

Paulus kreeg van God de taak om de Schrift in het licht van die genade uit te leggen (zie Efeziërs 3:1-13). ‘Gij hebt immers gehoord van de bediening door Gods genade mij met het oog op u gegeven.' (Efeziërs 3:2, NBG51).

Jezus zelf leerde zijn leerlingen ook al om naar Hem en zijn genade op zoek te gaan in het Oude Testament. "Hij legde hun uit wat er in de Boeken allemaal over Hem geschreven staat. Hij begon bij Mozes en alle profeten" (Lukas 24:27, BB).

Waarom wil Jezus dat we in de Bijbel op zoek gaan naar Hem? Hij is niet meer lijfelijk bij ons. Dat is ook niet de bedoeling, want dat zou Hem te veel beperken. Hij wil dat je je geloof baseert op zijn verschijning in de Bijbel.

Je geloof in het evangelie van genade neemt toe, als je Hem ontdekt in al die Bijbelboeken. Je wordt er steeds enthousiaster over. Dat merkten die twee vrienden uit Emmaüs ook, toen Jezus met hen opliep en begon uit te leggen.

"Het was ook net alsof ons hart in brand stond toen Hij onderweg met ons praatte en ons uitlegde wat er in de Boeken staat!" (Lukas 24:32, BB).

Tip – Luister altijd naar Jezus bij het Bijbel lezen, ook als je in het Oude Testament leest.