Het fundament van genade

"Door wat Hij heeft gedaan, kunnen we door ons geloof nu ook genieten van Gods liefdevolle goedheid voor ons. En door Hem kunnen we ook altijd blij zijn. Want we weten dat we straks in zijn heerlijke aanwezigheid mogen leven" (Romeinen 5:2, BB).

Het fundament waarop ons geloof rust, is de genade. De genade die Jezus bracht, welteverstaan. Hijzelf is ons fundament.

Indertijd pinde God de weerbarstigheid van zondige mensen vast op een strakke wet, die onherroepelijk tot veroordeling leidde. Maar nu heeft Hij mensen verlost uit de desastreuze werking van deze wet, door het effect van de zonde weg te nemen en genade te schenken. Dat heeft Jezus mogelijk gemaakt. Hij opent de deur voor het eeuwige leven, dat nu al begint en vol is van Gods Geest.

Paulus hamert erop dat Gods genade ons leert hoe we leven mogen in overeenstemming met Gods wil. Zonder veroordeling gaat de liefde stromen – niet alleen tussen God en ons, maar ook tussen mensen onderling.

Alles wat er gezegd wordt vanuit de Bijbel mag je terugvoeren naar dit fundament. Alles wat er gezegd wordt over God ook. Alles wat er gezegd wordt over de kerk. En alles wat er gezegd wordt over jou. Staat het op het fundament van genade? Dan heeft het eeuwigheidswaarde. Zo niet, blijf er dan maar ver vandaan.

Wat je ook doet, hoe je ook denkt: doe en denk het vanuit dit fundament. Dan zul je ontdekken dat het helemaal zo gek niet is dat Paulus zegt dat je jezelf op dit fundament gelukkig mag prijzen.