20/20: Gods visie voor mijn levenVoorbeeld

Een walvisnavelkrabber

Door Tom Lane

Jezus riep hen bij Zich en zei: ‘Jullie weten dat de machthebbers in de wereld de bevolking onderdrukken. Zij maken misbruik van hun macht. Maar onder jullie moet het anders gaan. Wie groot wil zijn, moet jullie dienaar worden. En wie de voornaamste wil zijn, moet ieders slaaf worden. Want zelfs Ik, de Mensenzoon, ben niet gekomen om Mij te laten dienen. Nee, Ik ben gekomen om te dienen en mijn leven te geven als losgeld voor velen.’ Marcus 10:42-45 (HTB) 

De oproep om anderen te dienen is een oproep uit de hemel voor hen die God liefhebben. Wij zijn de handen en de voeten van God door onze goede daden en uitingen van dienstbaarheid aan mensen. Hij toont zijn liefde op een tastbare manier aan de mensen, wanneer we in een behoefte voorzien of zorgen voor een persoon. Dienstbaarheid kan op verschillende manieren. Het gaat niet om de omvang van onze dienstbaarheid, maar om de motivatie erachter die hemelse aandacht krijgt. Jezus zei: "En wie een van deze geringe mensen iets te drinken geeft, al is het maar een beker koel water, omdat het een leerling van Mij is, die zal zeker worden beloond" (Mattheüs 10:42, HTB).

De echte weerspiegeling van onze liefde voor God is meer te zien in onze handelingen dan in onze woorden. Het is waar dat onze eeuwigheid en onze gerechtigheid uitsluitend gebaseerd is op het werk dat Christus gedaan heeft. Maar het is ook waar dat onze liefde voor Hem gezien wordt in de dingen die we doen. Op deze manier zijn ons geloof én onze daden onlosmakelijk met elkaar verbonden. De apostel Jacobus zei het zo:

"Broeders en zusters, wat voor zin heeft het te zeggen dat u christen bent als dat niet blijkt uit wat u voor anderen doet? Kunt u door zoʼn geloof gered worden? Als uw vriend niet genoeg te eten krijgt en bijna geen kleren heeft en u zegt tegen hem: ‘Het beste ermee, hoor! Vat geen kou en zorg dat je niet verhongert,’ is dat toch zinloos als u hem niet geeft wat hij nodig heeft? Het is wel duidelijk dat geloof alleen niets te betekenen heeft. U moet het ook laten blijken uit wat u doet. Geloof dat niet uit daden blijkt, is geen geloof, het is dood en zinloos. Iemand zou kunnen zeggen: ‘Och, het hangt er maar van af hoe je het bekijkt. De een legt de nadruk op het geloof, de ander op de daden.’ Wel, als dat zo is, hoe kunt u mij dan uw geloof laten zien, als dat niet uit uw daden blijkt? Ik zal u mijn geloof laten zien uit wat ik doe" (Jacobus 4:14-18, HTB).

Tijdens mijn jaren in de bediening heb ik ontelbare mensen geobserveerd die trouw naar de kerk kwamen. Ze zijn onderlegd in de Schrift maar dienen op geen enkele manier in de kerk of de gemeenschap als uiting van hun liefde voor God. Telkens wanneer je ze benadert over dienstbaarheid op een bepaald gebied of om te helpen in een bepaalde behoefte te voorzien, antwoorden ze zoiets als: "Bedankt, maar ik ervaar dat niet als mijn roeping," of "Nou, ik zou wel willen, maar dat ligt niet binnen mijn gebied van vaardigheden." En toch gaan ze gewoon verder, jaar na jaar, en verzamelen simpelweg meer kennis over de Bijbel en laten hun relaties groeien, maar zullen nooit ergens dienstbaar zijn.

Dat doet me denken aan het verhaal van een man uit Californië die van de bijstand leefde. Om te kunnen blijven genieten van zijn bijstand moest hij actief zoeken naar een baan en bereid zijn een baan te accepteren binnen zijn ervaringsgebied. Dus had hij als ervaring op zijn lijstje gezet: "Walvisnavelkrabber." En omdat hij geen baan als "walvisnavelkrabber" kon vinden (misschien is het verrassend, maar er was geen grote vraag naar walvisnavelkrabbers), was hij dus in staat om zijn bijstand te behouden zonder ooit te werken.

Jezus wil dat niemand van ons aan de kant blijft staan zonder een plekje om dienstbaar te zijn. Je hebt meer te bieden dan je tot nu toe toonde, en je hebt meer talent dan je denkt! Sta niet toe dat je gaat denken als een spirituele "walvisnavelkrabber". Het is belangrijk voor God dat we optreden als zijn ambassadeurs — als verlenging van zijn handen of zijn hulp door daden van dienstbaarheid te verlenen aan mensen in nood.

Jezus vertelde zijn discipelen een verhaal over het laatste oordeel aan het einde der tijden om dit punt duidelijk te maken. Hij zei:

Dan zal Ik tegen de mensen aan mijn rechterhand zeggen: “Kom, gezegende kinderen van mijn Vader. U mag het Koninkrijk binnengaan, dat van het begin van de wereld af voor u bestemd is. Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven. Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven. Ik was een vreemdeling en u hebt Mij in uw huis uitgenodigd. Ik had niets om aan te trekken en u hebt Mij kleren gegeven. Ik was ziek en u hebt Mij opgezocht. Ik zat in de gevangenis en u bent bij Mij geweest.” Deze goede mensen zullen vragen: “Here, wanneer hebben wij gezien dat U honger had en hebben wij U te eten gegeven? Of dat U dorst had en hebben wij U te drinken gegeven? Of dat U een vreemdeling was en hebben wij U geholpen? Of dat U niets had om aan te trekken en hebben wij U kleren gegeven? En wanneer was U ziek of zat U in de gevangenis en hebben wij U bezocht?” Ik zal tegen hen zeggen: “Toen u dit voor één van mijn minste broeders hebt gedaan, deed u het voor Mij.” (Mattheüs 25:34-40, HTB)

Laten we ons vandaag inzetten om een manier te vinden waarop we onze interesses, onze passies en onze mogelijkheden kunnen gebruiken om God te dienen door mensen te dienen! Als je dat doet, kan ook jij lid worden van de beweging: "Gelovigen tégen walvisnavelkrabbers!"

Iedereen kan geweldig zijn… want iedereen kan dienen. Je hebt geen middelbare schooldiploma nodig om te dienen. Je hoeft geen spellingexpert te zijn om te dienen. Je hebt alleen een hart vol genade nodig. Een ziel aangedreven door liefde.
~ Martin Luther King Jr.

Bijbeltekst om te onthouden

Ieder heeft gaven gekregen. Gebruik die om elkaar te dienen, want zo geeft u de rijkdom van Gods genade aan elkaar door. 1 Petrus 4:10 (HTB)