Nederig begin

Door Danny Saavedra  

“'Wees niet bang, Maria,’ zei de engel, ‘want God heeft besloten u heel bijzonder te zegenen. U zult zwanger worden en een zoon krijgen, die u de naam Jezus moet geven.’ . . . ‘Goed,’ zei Maria, ‘de Here mag met mij doen wat Hij wil. Ik hoop dat het zo zal gaan als u mij hebt gezegd.’” (Lucas 1:30-31, 38, HTB)

Tussen alle grote sciencefiction helden is Frodo, uit de films van The Lord of the Rings één van de meest opvallende personages. Waarom? Omdat hij, anders dan Hercules, Wonder Woman, Thor of Superman, geen grote halfgod met superkrachten is. Anders dan Anakin of Luke Skywalker werd hij niet geboren met uitzonderlijke krachten. Anders dan Batman is hij geen gekke, goed getrainde ninja miljardair met genoeg geld om hoogtechnologische wapens en uitrustingen te maken. Frodo was niets van dit alles. Hij was slechts een simpele hobbit uit De Gouw. Hij was een naïeve, aardige, zachte kleine man. Maar, zoals Galadriël zegt in de film The Fellowship of the Ring : “Zelfs de kleinste persoon kan de loop van de toekomst veranderen.” 

Hier gaat het om: Frodo was niet speciaal omwille van zijn bovennatuurlijke krachten, zijn meesterbrein of een geboorterecht . . . hij was bereid om in geloof uit te stappen. Hij is een held onder de helden. Hij wist wel dat hij niet toegerust was voor deze onmogelijke taak (hij wist niet eens de weg naar Mordor), maar hij ging nederig op pad en accepteerde de oproep toen die kwam. 

Deze kleine held belichaamt iets diep Bijbels: God kan iedereen gebruiken, zelfs de nederigste mensen, om het meest verbazingwekkende werk te doen. Van de kleine herdersjongen, David, die een reus versloeg naar een weduwe, Ruth, die ongelofelijk loyaal was aan haar schoonmoeder, tot de jonge maagd, Maria, die “de meest gezegende vrouw van de hele wereld” werd (Lucas 1:42, HTB). Ze kwam uit Nazareth, een plaats waar niets goeds vandaan scheen te kunnen komen (Johannes 1:46). God maakt er een gewoonte van om grote dingen te doen via de kleinste, eenvoudigste mensen.

Dus waarom Maria? Net als Frodo had ze niets dat de mensen "speciaal" zouden vinden. Ze kwam niet uit een vooraanstaande familie. Ze had geen groot aanzien onder de mensen. Maar ze was begenadigd bij God. Toen Gabriël aan Maria vertelde dat ze een kind zou krijgen door de Heilige Geest, onthulde haar reactie precies waarom God haar koos en waarom ze begenadigd en gezegend was met deze eer. 

In Lucas 1:38 (HTB) zegt ze: “De Here mag met mij doen wat Hij wil. Ik hoop dat het zo zal gaan als u mij hebt gezegd.” Kijk naar de nederigheid die ze hier toonde! Ze was een verloofde, ongetrouwde maagd, hoogstwaarschijnlijk tussen de 12 en 14 jaar oud, toen haar verteld werd dat ze een kind zou krijgen. Haar antwoord op dit krankzinnige, onmogelijke, ronduit angstaanjagende nieuws was eenvoudig: “De Here mag met mij doen wat Hij wil.” 

Ze wist dat niemand haar zou geloven. Ze wist dat dit waarschijnlijk een schandelijke en gevaarlijke situatie zou zijn. Jozef had haar openbaar ten schande kunnen maken of laten stenigen omdat ze zwanger was tijdens hun verloving en hij niet de biologische vader was. Toch vertrouwde ze God. Ze geloofde in Hem en in Zijn Woord. Ze stelde zichzelf ter beschikking om gebruikt te worden door God voor Zijn Werk. Ze wist dat ze niet was toegerust voor deze opdracht die God haar had gegeven. Toch legde ze haar leven, haar wil en haar toekomst in Zijn handen, omdat ze erop vertrouwde dat Hij bij elke stap bij haar zou zijn.

Dit is alles wat de Heer van ons vraagt, opdat er wonderen kunnen gebeuren in onze eigen levens en in de levens van de mensen om ons heen. Voor Hem hoeven we geen hoogbekwame, extreem gekwalificeerde genieën te zijn. Natuurlijk gebruikt Hij mensen met verbazingwekkende vaardigheden, talenten, middelen en mogelijkheden, net zoals Hij ongetrainde vissers, arme weduwen en verstotelingen gebruikt. Maar dit zijn niet de voorwaarden voor Hem om Zijn beste werk uit te voeren. Zijn beste werk doet God in de levens van hen die nederig, beschikbaar en welwillend zijn om gebruikt te worden. Het gaat niet om wat je kunt doen, maar om wat je Hem toelaat te doen in en door jou heen. Hij zegent diegenen die verklaren: “De Here mag met mij doen wat Hij wil. Ik hoop dat het zo zal gaan als u mij hebt gezegd.” 

Net als Maria spelen we allemaal een rol in dit geweldige verlossingsverhaal dat God schrijft. We hebben allemaal een geweldige oproep gekregen om discipelen te maken, het Evangelie te prediken en Zijn getuigen te zijn. Moeten we Bijbelleraren of levendige sprekers zijn om dit te volbrengen? Nee! We hoeven alleen maar te zeggen: “Hier ben ik, Jezus. Ik ben Uw dienaar.”