Start hier | De eerste stappen met JezusVoorbeeld

Marcus 2-3 | Vergeven & Gekozen

Welkom terug bij Start. We gaan naar Marcus 2 vandaag en lezen één van mijn favoriete verhalen. In de Bijbel doet Jezus een aantal grote beweringen - groot genoeg om Hem te laten doden. Iedereen kan wel beweren dat hij iets of iemand is. Maar de vraag is: bewijst Jezus het? In Marcus 2 zien we Jezus lesgeven in een huis in Kafarnaüm, en het gerucht verspreidt zich snel. Vers 2:

“Het duurde niet lang of de hele stad wist dat Hij thuis was en al gauw was het huis overvol. Ook voor de deur stonden vele mensen te luisteren naar wat Jezus vertelde.”

Er was daar dus een enorme menigte, en Jezus vertelt over het Woord - dat is de Bijbel. Jezus concentreerde zich altijd op het Woord van God. Hij verrichtte ook wonderen, maar Jezus noemde die wonderen tekenen, en een teken wijst naar iets anders. Een perfect voorbeeld is het verhaal van vandaag. Vers 3:

“Vier mannen kwamen met een verlamde op een draagbed. Zij wilden naar Jezus toe, maar omdat het er zwart zag van de mensen, konden ze niet bij Hem komen. Daarom gingen ze het platte dak op en maakten daarin een groot gat vlak boven de plaats waar Jezus stond. Daarna lieten ze de verlamde man door het gat zakken. Toen Jezus hun geloof zag, zei Hij tegen de verlamde man: ‘Uw zonden zijn vergeven.’”

Ho, wacht even. Spoel even terug. Zei Hij nou net: “uw zonden zijn vergeven?” De man kwam voor genezing, niet voor vergeving. Maar Jezus begrijpt iets: geen enkel probleem in het leven is zó groot als zonde en vergeving. En kijk wat er daarna gebeurt. Er waren ook enkele Joodse bijbel-geleerden in dat huis die geschokt waren.  

“Hoe durft Hij! Hij spot met God! Er is er maar één die de mensen hun zonden kan vergeven en dat is God!” (Marcus 2:7).

En in dat laatste hebben ze gelijk. Door te claimen dat je zonden kan vergeven, claim je ook dat je Gods gezag hebt. Als je dat niet hebt, is het godslastering - een zeer ernstige zonde. Jezus kent hun gedachten en dus stelt Hij een vraag. Vers 9:

“‘Wat is makkelijker om te zeggen tegen deze verlamde man: ‘Uw zonden zijn vergeven,’ of: ‘Sta op en loop’?’”

Ik ben dol op deze vraag. Denk er eens over na. Wat is makkelijker om te zeggen? “Uw zonden zijn vergeven.” Dat is makkelijker om te zeggen omdat niemand het kan zien. Toch is het veel moeilijker om het te doen want alleen God kan zonden vergeven! Maar om nu tegen een verlamde man te zeggen: “Sta op en loop” - dan zet je alles op het spel want iedereen kijkt. Dus in vers 10 gaat Jezus verder:

“‘God heeft Mij, de Mensenzoon, de bevoegdheid gegeven zonden te vergeven. Als iemand van Mij vergeving krijgt, hééft hij vergeving gekregen.’ Daarop zei Hij tegen de verlamde man: ‘Sta op, neem uw draagbed mee en ga naar huis.’ De man sprong overeind, nam zijn bed onder de arm en liep tussen de verblufte omstanders door naar buiten.”

Dit is een geweldig wonder: een verlamde man loopt! Maar mis hier niet het  teken, het wijst op het gezag van Jezus. Jezus heeft Gods gezag om zonden te vergeven, en Hij bewijst het ook. Dit gezag gebruikt Hij opnieuw in het volgende verhaal. In vers 13 onderwijst Jezus bij een meer, en Hij ziet daar Levi werken als tolontvanger. Nu werden tolontvangers veracht in die tijd. Het waren corrupte mensen die meer geld in hun zakken staken dan ze aan de overheid gaven. Slecht en hebzuchtig. En toch liep Jezus naar Levi toe:

“‘Kom,’ zei Jezus tegen hem, ‘ga met Mij mee.’ Levi stond meteen op en ging met Hem mee.” (Marcus 2:14).

Daar zijn die woorden weer, diezelfde uitnodiging. Maar deze keer nodigt Jezus een zondaar uit - een heel slecht persoon. En Levi volgt! En wanneer Levi vervolgens Jezus en de discipelen uitnodigt voor het avondeten, zijn er zelfs nog meer zondaars. Dit was vooral voor de Farizeeën moeilijk om te begrijpen. De Farizeeën waren religieuze leiders - het soort dat oordeelt en zelfingenomen is - en ze begrepen het gewoon niet. Als Jezus een goede rabbijn is, waarom: 

“schaamt Hij Zich niet met dat soort mensen te eten?” (Marcus 2:16).

Vers 17 bevat een diepzinnige uitspraak:

“Jezus hoorde het en zei tegen hen: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieke en zwakke mensen wel. Ik ben gekomen om zondaars uit te nodigen, niet degenen die Gods wil al doen.’”

Dit mag je niet missen. Jezus koos zondaars uit. Levi was een zondaar. Dat waren zijn vrienden ook. Maar net zoals een dokter komt om de zieken te genezen, komt Jezus om te vergeven en zondaars te herstellen - om hen rechtvaardig te maken. Rechtvaardig betekent recht staan tegenover God. Dat is een belangrijk woord. Ken je dat gevoel tussen twee mensen wanneer je relatie  goed  is en er niets tussen jou en de ander in staat? En je kent waarschijnlijk ook dat gevoel wanneer een relatie niet klopt - wanneer er een muur tussen jou en de ander is omdat je het verprutst hebt. En dat is nu precies hoe we tegenover God staan. De zonde scheidt ons. We hebben het verkeerd gedaan. Maar het Evangelie - het grote nieuws - is dat Jezus kwam om ons weer rechtvaardig te maken. Hij vergeeft zonden en noemt ons rechtvaardig. Wat Hij van ons vraagt, is geloof. Rechtvaardig door het geloof. En nog verbazingwekkender, Jezus kiest zondaars, maakt ze rechtvaardig en zendt ze dan uit om God te dienen. In hoofdstuk 3 lezen we hoe Jezus een groep van twaalf mensen verzamelt en hen aanstelt als apostelen. Een leerling volgt, een apostel wordt uitgezonden - als een ambassadeur. En daar in die lijst van twaalf staat ook Levi, alleen zijn naam is veranderd in Mattheüs. Jezus kiest zondaars, vergeeft, geneest en verandert ze, en Hij zendt ze uit om aan alle andere zondaars het goede nieuws te vertellen: God houdt van je. Verbazingwekkend, toch? En Hij doet het vandaag nog steeds. Lees vandaag Marcus 2 en 3. Als je tijd hebt, klik dan op “Lees het volledige hoofdstuk” voor het hele verhaal. En ik zie je hier terug in hoofdstuk 4.

Voor bezinning & discussie:

• Waarom denk je dat het zo moeilijk was voor de religieuze leiders om te accepteren dat Jezus at met zondaars?
• Jezus doet een diepzinnige uitspraak in Marcus 2:17: “Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieke en zwakke mensen wel. Ik ben gekomen om zondaars uit te nodigen, niet degenen die Gods wil al doen.” Wat betekent dat voor jou?
• Welke rol heeft vergeving in jouw leven gespeeld? Deel je verhaal.