Start hier | De eerste stappen met JezusVoorbeeld

Marcus 10-11 | Eeuwig leven

Vandaag stelt een jongeman een belangrijke vraag aan Jezus. Marcus 10, vers 17:

"Toen Hij weer verderging, kwam er een man aanrennen. Hij viel voor Jezus op de knieën en zei: ‘Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te krijgen?’”

Dat is nog eens een vraag! De Bijbel leert ons dat wat wij doen in dit korte leven bepalend is voor hoe wij de eeuwigheid zullen doorbrengen. En deze jongeman wil weten - wat moet ik doen om het leven te krijgen dat eeuwig is? Hoe kom ik in de hemel?

En daarom vraagt hij het aan de Goede Meester. En kijk hoe Jezus antwoordt. Vers 18:

"Waarom noemt u Mij goed?" vroeg Jezus. "Alleen God is toch goed?"

Let op dat Jezus niet meteen antwoord geeft. Waarom niet? Omdat Hij de verkeerde visie van de man eerst wil weerleggen voordat Hij het goede antwoord wil geven. En daarom zegt Jezus tegen hem: "Alleen God is toch goed?" Dit is belangrijk. 

Wij hebben de neiging om de wereld op te splitsen in goede en slechte mensen. Maar de Bijbel zegt ons dat iedereen heeft gezondigd, en dat niemand rechtvaardig is behalve God Zelf (Romeinen 3:23). Rechtvaardig betekent recht kunnen staan tegenover God, en in het Oude Testament was gerechtigheid de enige manier om het eeuwige leven te ontvangen (Spreuken 12:28).

En zie wat Jezus vervolgens zegt. Vers 19:

"U kent de geboden…”

En Hij somt op: vermoord niemand, pleeg geen overspel, steel niet, geen valse beschuldiging, eer je ouders. Je zult deze wel herkennen van de Tien Geboden. Vers 20:

"Daar heb ik mij altijd aan gehouden," zei de man."

Deze man  denkt  duidelijk dat hij goed is. En ik herken mezelf daarin. Voordat ik Jezus kende, dacht ik dat ik een goed persoon was. Ik probeerde niemand pijn te doen en ik was best een aardige gast. 

Maar let op wat Jezus weglaat. Hij somt geboden op die te maken hebben met het liefhebben van anderen, maar Hij noemt niet de geboden die te maken hebben met God: "U zult geen andere goden hebben" en "U zult geen afgoden maken" in plaats van God. Waarom slaat Hij deze over? Vers 21: 

"Het was duidelijk zichtbaar dat Jezus genegenheid had voor deze man." 

Wacht eens even. Voor Jezus is dit gesprek meer dan een theologisch vragenuurtje. Jezus houdt van hem. En daarom zegt Hij tegen hem:

"Er is één ding dat u niet hebt gedaan. Ga naar huis, verkoop alles wat u hebt en geef het geld aan de armen. Dan zult u rijk zijn in de hemel. Kom dan terug en volg Mij."

Wow. Het ontbreekt hem slechts aan één ding om het eeuwige leven te ontvangen. Slechts één ding. Maar lees goed - wat is dat ene ding? Is het alles weggeven aan de armen? Dat denk ik niet. Het is de een-na-laatste zin - slechts twee woorden: "Volg Mij." 

Er is slechts één weg om het eeuwige leven te ontvangen: volg Jezus. Romeinen 3 vertelt ons dat 

"Ook al houdt men zich aan de wet, dan nog gaat men voor God niet vrijuit.” (Romeinen 3:20). 

Dit betekent dat goede werken niet genoeg zijn. 

“Deze rechtvaardigheid voor God wordt bereikt door op Jezus Christus te vertrouwen. Dit geldt voor alle mensen die in Hem geloven, wie zij ook zijn." (Romeinen 3:22).

Met andere woorden: Jezus maakt ons recht met God als we Hem in geloof volgen. Hij nam onze zonden naar het kruis en schonk ons gerechtigheid (2 Korinthiërs 5:21). 

Waarom zei Jezus tegen de man dat hij alles moest verkopen wat hij had? Nou, kijk maar naar zijn reactie:

"Het gezicht van de man betrok. Verdrietig ging hij weg, want hij was erg rijk." (Marcus 10:22).

Hij was dus rijk. En zijn reactie is een aanwijzing. Hij was verdrietig omdat hij van zijn rijkdom hield. Geld is niet slecht, maar liefde voor geld is gevaarlijk. Rijkdom kan gemakkelijk een afgod worden - een vervanging voor God. Misschien dat Jezus daarom wel de eerste geboden oversloeg, zodat Hij kon laten zien dat de man dit ook deed. En opnieuw herken ik mezelf hierin. Ik dacht dat ik best een goed persoon was, maar trots was mijn afgod en hield me af van God. Voor deze man was geld zijn afgod. En daarom zei Jezus tegen Hem: laat eerst je afgoden los en volg dan Mij.

En kijk naar Jezus' woorden. Hij omschrijft de hemel als "het binnengaan van het Koninkrijk van God." Dat verandert de zaak. Als de hemel slechts een mooie plek was, zouden we goed moeten zijn om toegang te krijgen; maar als de hemel Gods Koninkrijk is, krijgen we alleen toegang als we recht kunnen staan tegenover de Koning.

Jezus is de Koning, en de enige manier om Gods Koninkrijk binnen te gaan is door het volgen van Jezus. Hij is goed, en alleen Hij kan ons rechtvaardig maken. Maar je kunt Jezus niet volgen als je je afgoden niet loslaat. Je kunt niet twee meesters dienen, en je kunt geen twee richtingen volgen. 

Dus wat gebeurde er met de man? Ging hij ooit Jezus volgen; of kreeg hij de wereld en verloor zo zijn ziel? We weten het niet. Maar ik weet wel dat er nog steeds tijd is voor jou. 

Ik vraag me af hoe Jezus zou antwoorden als jij Hem dezelfde vraag zou stellen. We hebben allemaal verschillende afgoden: geld, vermaak, drugs, succes, trots, lust. Om te ontdekken wat jouw afgod is, moet je aan jezelf vragen: Wanneer Jezus zegt "Volg Mij," wat houdt je dan tegen?

Lees Marcus 10 en bedenk wat jij moet loslaten zodat je kunt gaan volgen. 

Voor bezinning & discussie:

• Welk deel van Jezus' reactie beantwoordt nu werkelijk de vraag van de man? (Lees 10:17 & 10:21).
• Waarom zegt Jezus dat het zo moeilijk is voor de rijken om Gods Koninkrijk binnen te gaan? (Lees 10:25).
• Wanneer Jezus je roept om Hem te volgen, welke dingen houden je dan tegen? Deel je verhaal.