Een pleidooi voor de opstanding van ChristusVoorbeeld

Opstanding van Christus - volgens het wetboek 

Ik herinner me een verhaal dat ooit verteld werd door de beroemde evangelist, wijlen Prakash Yesudian. Het ging over een gesprek dat hij eens had met een vriend, die hem een vraag stelde, nadat hij een preek van hem gehoord had over "het uniek zijn van Christus": "Stel dat ik tegen jou zou zeggen, "Ik ben de weg, de waarheid en het leven", zou je dan in mij gaan geloven?" Als reactie op zijn vraag antwoordde Yesudian: "Ja, op voorwaarde dat je gekruisigd bent tot de dood aan een kruis, en drie dagen later weer tot leven komt! Ik geloof dat Yesudian wilde zeggen dat alleen het maken van een waarheidsclaim niet noodzakelijk bewijst dat het ook waar is. Met andere woorden, voordat een waarheidsclaim echt waar is, moet het worden ondersteund met echte bewijzen. Zo beweert Jezus ook dat Hij de enige weg is tot God. En zijn opstanding uit de dood is het "bewijs" voor die bewering. (Handelingen 17:31)

Vandaag de dag zijn er velen die kritisch staan tegenover de beweringen van Jezus Christus. Ze brengen het bezwaar naar voor dat de opstanding "wetenschappelijk" niet bewezen kan worden (zoals in het kader van laboratoriumtesten), en als gevolg daarvan moet het onwaar zijn. Maar volgens dezelfde logica blijken ze vergeten te hebben dat er nog andere takken van wetenschap zijn, zoals de "forensische wetenschap". Deze wordt gebruikt bij het onderzoek naar waarheden over gebeurtenissen die plaats vonden in het verleden (o.a. moord of diefstal), of gebeurtenissen die historisch gezien belangrijk zijn. In deze gevallen spelen de verzamelde bewijsstukken (vaak aangeduid als "bewijsmateriaal") een belangrijke rol. Ze helpen de onderzoekers om de waarheid te ontdekken over wat er zich echt afgespeeld heeft in het verleden. Vanuit wettelijk oogpunt bekeken, hoe meer bewijzen er zijn, des te beter de kans om de zaak op te lossen.

Interessant genoeg heeft Jezus, toen Hij sprak over zijn opdracht om God bekend te maken bij de mensen, uitdrukkelijk een uitnodiging gegeven aan iedereen: indien ze zouden twijfelen aan zijn "woorden", zouden ze tenminste zijn "werken" moeten overwegen. Met andere woorden zei Hij: "...geloof Mij dan om de werken zelf". (Johannes 14:11b, HSV) De Bijbel is gevuld met veel van dit soort bewijzen. Als we ernaar zouden kijken met de ogen van de forensische wetenschap, zouden we ontdekken dat de waarheid van de opstanding van Christus op een sterk fundament steunt. Toen Jezus dus beweerde dat Hij de Messias was, wees Hij ons op de waarheid van de opstanding als bewijs en dat vraagt van ons een oordeel. Het is op dit fundament dat het christelijk geloof staat of valt (1 Korinthiërs 15:14).