De realiteit van de helVoorbeeld

God wil niet dat mensen naar de hel gaan

“... Zo waar Ik leef, spreekt de Heere HEERE, Ik vind geen vreugde in de dood van de goddeloze, maar daarin dat de goddeloze zich bekeert van zijn weg en leeft! ...” (Ezechiël 33:11, HSV).

God is almachtig. Niets in de hemel of op de aarde gebeurt tegen zijn wil. Hij houdt het in zijn hand. En toch kiest God ervoor om mensen een grote vrijheid en verantwoordelijkheid te geven. Helaas leidt dat ertoe dat velen de Heere God de rug toekeren en goddeloos leven — tegen zijn geopenbaarde wil in.

Het boek Ezechiël staat vol waarschuwingen aan het volk Israël dat Gods wetten negeerde en allerlei slechte dingen deed. God zou hen niet eindeloos laten doorgaan met zondigen. Hij riep hen op om zich te bekeren en het kwaad te stoppen, maar als ze dat niet deden zou Hij ze straffen. Helaas negeerden de meeste mensen deze waarschuwingen en moesten ze de gevolgen ondervinden.

De Israëlieten stonden daarin niet alleen. Als God de mensheid in het algemeen beziet, concludeert Hij dat iedereen zich van Hem heeft afgekeerd en dat niemand iets goeds doet (zie Psalm 53:1-4). En omdat God volkomen goed en rechtvaardig is, kan Hij het kwaad niet tolereren. Hij zal de zondaars straffen. Dat is goed en nodig. Maar wat God echt graag wil is “… dat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft” (Johannes 3:16, HSV).

Geloof jij in Hem? Wat ervaar je bij een tekst als Johannes 3:16?