De beloofde MessiasVoorbeeld

Davids Zoon

Lezen: 2 Samuel 7:8–13; Psalm 110:1; Mattheus 1:1–17; 22:41–45

SOAP: Mattheus 22:42

David wordt beschouwd als de belangrijkste koning van Israël. Hij wordt de man naar Gods hart genoemd. Het is duidelijk dat God van David hield, ondanks dat David meer dan eens in zijn leven in zonde is gevallen. Davids hart was volledig aan God toegewijd en hij volgde en vereerde God, en toen hij misstappen beging, had hij berouw en bekeerde zich van zijn zonden.

God beloofde aan David dat een van zijn nakomelingen voor altijd op de troon van Israël zou zitten. Die belofte hing niet af van David of van wat hij deed; de enige reden was Gods trouw en goedheid jegens hem. Zelfs toen Davids nakomelingen zich misdroegen en zich afkeerden van God, hield God zijn belofte aan David en Hij hield de familielijn van David in stand. Toen Jezus werd geboren, regeerde er geen nakomeling van David over Israël, maar het was Gods plan om door Jezus een nieuw koninkrijk op te richten.

De Joden hielden nauwkeurig geslachtsregisters bij, en die registers toonden aan dat Jezus een directe nakomeling van Koning David was. Jezus kwam niet om eenzelfde soort koninkrijk op te richten als waar David over had geregeerd, maar een koninkrijk dat voor eeuwig zou zijn. Dat hemelse koninkrijk zou er heel anders uitzien, omdat de Koning daarvan niet op een aardse troon zou zitten.

David geloofde in Gods belofte dat Hij een Messias zou zenden. We weten niet zeker of Hij heeft begrepen dat de Messias een van zijn directe nakomelingen zou zijn. Maar wat David wel geloofde was dat die Messias Heer zou zijn en dat er een dag zou komen dat hij zich voor hem zou neerbuigen en Hem zou aanbidden.

God gaf ongelooflijke beloften over de Messias. God was in staat die beloften te houden, zelfs als die beloften afhingen van de keuzes van gewone mensen. God beschermde en bewaarde Davids familielijn om te zorgen dat de Messias van koninklijk bloed zou zijn. En hoewel er zoveel mensen bij de vervulling van die belofte betrokken waren, was er niets dat Gods plan kon dwarsbomen. Hij is trouw, hoe lang het ook duurt. Hij heeft zijn belofte aan David gehouden, dat een van zijn nakomelingen voor eeuwig op de troon zou zitten, en Hij heeft zijn belofte gehouden aan heel het volk om een Messias te zenden, die ons van onze zonden zou redden.