De beloofde MessiasVoorbeeld

Naam boven alle naam

Lezen: Jesaja 7:14; Mattheus 1:18–25; Filippenzen 2:6–11

SOAP: Filippenzen 2:8–11

God had beloofd dat Hij een Messias zou zenden die te herkennen zou zijn aan zijn naam. Jesaja profeteerde dat de Messias rechtvaardig zou zijn en uit het geslacht van David zou komen, en licht en vrede zou brengen voor Gods volk. Die Messias zou ook geboren worden uit een maagd en ontvangen worden door de Heilige Geest, want Hij is God, geboren als mens.

De Messias zou Immanuel genoemd worden, wat betekent: God met ons. De naam Jezus betekent: Jahweh is redding, of: Jahweh redt. God gaf aan dat het zijn bedoeling was, onder mensen te verkeren en de menselijke natuur aan te nemen om ons van onze zonden te kunnen redden.

Toen Jezus de hemelse heerlijkheid verliet om binnen te komen in onze gebroken wereld, ontledigde Hij Zichzelf. Niet van zijn goddelijkheid, maar van de goddelijke voorrechten die Hij had als God. Jezus, De eeuwige Zoon van God was bereid om de menselijke natuur aan te nemen en binnen te komen in al de pijn, frustraties en kwellingen van onze gevallen wereld. Hij vernederde Zichzelf door Zich te onderwerpen aan de wil van zijn Vader.

Zijn gehoorzaamheid ging verder dan het leven als mens, want zelfs tot aan zijn gruwelijke dood. Hij werd vernederd en gehaat, om het leven gebracht door de mensen voor wie hij was gekomen om hen te redden. En juist daarom heeft God Hem bovenmate verhoogd.

Jezus’ naam is verheven boven elke andere naam. Er komt een dag dat allen, of ze tijdens hun leven in Hem hebben geloofd of niet, voor Hem zullen buigen. Iedereen zal erkennen en uitspreken dat Hij Heer is. Zijn naam is verhoogd en zal in alle eeuwigheid verhoogd worden want Hij is: God redt. Hij is: God met ons.

Wij dienen een buitengewoon geweldige God! Hij was bereid Zichzelf totaal te vernederen om ons te redden. Hij verliet zijn plaats in de hemel zodat wij met Hem een relatie konden hebben. Hij gaf alles weg, zodat wij alles konden ontvangen. Zijn Naam is verhoogd voor altijd en voor eeuwig onze lofprijzing waard.