Je zult niet ontbreken

David wordt de herder-koning genoemd. In Psalm 23:1 zegt hij:

‘De Here is mijn herder, mij ontbreekt niets’ (DAVID in Psalm 23:1).

Met de woorden ‘mij ontbreekt niets’ zegt David niet dat jou nooit iets kwaads zal overkomen. Nee, David zegt in Psalm 23 dat God in elke situatie dichtbij je is. Juist als in dit leven je van alles ontbreekt: misschien gezondheid, een partner, kinderen of werk.

Psalm 23 belooft niet dat al je wensen vervuld worden als je maar genoeg in God gelooft. De uitdrukking ‘mij ontbreekt niets’ betekent dat je volkomen tevreden bent met Gods aanwezigheid in je leven.

David voelde zich als een schaap dat zich nergens om hoeft te bekommeren en in blind vertrouwen de herder volgt. Het was voor hem voldoende dat de Heer zijn herder was.

Weet je wat ik ontdekte? Met minstens zoveel recht kunnen we de woorden ‘mij ontbreekt niets’ vertalen als: ‘Ik zal niet ontbreken.’ Wat een ontdekking. Wat er ook gebeurt in je leven: jij hoort erbij! Jij bent een deel van Gods familie!

Misschien heb je af en toe het gevoel dat je buiten de kudde loopt, luister dan naar deze woorden: ‘De Heer is mijn herder, ik zal niet ontbreken.’ Als de Goede Herder bij het vallen van de avond de schapen telt, ben jij erbij. Hij verliest jou niet uit het oog. Hij let altijd op je. Hij roept je bij je naam. Jij wordt niet vergeten. Voor Hem doe je ertoe. Hij wil je niet missen. Bij Hem zul je niet ontbreken. Hij zal je opzoeken en dragen als je afgedwaald bent. Hij zal je omarmen met geloof, hoop en heel veel liefde.