(Niet) Zien en GelovenVoorbeeld

Geloven dat God het onrecht ziet

Jeremia was diep verontrust. Als profeet had hij het volk Israël aangespoord te breken met hun zonden en tot God terug te keren. Anders zou Zijn oordeel zeker komen! Maar het volk luisterde niet naar zijn waarschuwingen. Jeremia zag de ondergang van de stad Jeruzalem en was diep getroffen door de ellende van zijn medeburgers toen God toeliet dat hun vijanden hen veroverden en in ballingschap voerden. “Waterbeken stromen neer uit mijn oog vanwege de ondergang van de dochter van mijn volk”, klaagde hij (Klaagliederen 3:48, HSV).

Bovendien werd Jeremia door zijn eigen volk slecht behandeld, omdat zijn pessimistische profetieën hen niet bevielen. Hij werd in een kuil gegooid, gevangen gezet en bedreigd. Hij wilde zijn werk als profeet opgeven. Hij kon het gewoon niet langer verdragen.

Maar er was een sprankje hoop. Jeremia was ervan overtuigd dat God het onrecht zag dat hem werd aangedaan en gerechtigheid zou brengen. “Vergeldt u hun, HEERE, wat zij verdienen, naar het werk van hun handen”, zei hij (Klaagliederen 3:64, HSV).

Als jij slecht behandeld wordt, laat je dan inspireren door Jeremia's geloof in God. Hij ziet wat je doormaakt en Hij zal het vergelden (Romeinen 12:19).