In het beginVoorbeeld

Vrijdag

Lees: Genesis 4:1-16; Psalm 51:18; Hosea 6:6

SOAP: Hosea 6:6

Kaïn bracht aan God een offer van zijn oogst. Abel ging zover hij kon om God blij te maken door het beste van zijn kudde te offeren. We weten niet precies wat Kaïns beweegredenen waren voor zijn offer, maar hoe dan ook, het is duidelijk dat God er niet blij mee was. God nam Abels offer aan en wees Kaïns offer af. 

God waarschuwde Kaïn dat hij zijn hart en zijn bedoelingen moest beheersen, want als hij het verkeerde zou blijven doen, dan zou de zonde hem gaan overheersen. Kaïn wilde aan zijn zonde toegeven. In plaats van Gods waarschuwing ter harte te nemen, ging hij weg en vermoordde zijn broer. 

Het ging God er niet om dat Kaïn precies hetzelfde offer moest brengen als Abel. Hoewel God – voor zover wij weten – nog geen voorschriften en regels had gegeven voor het offeren, zoals aan de Israëlieten in het boek Leviticus, verlangde Hij wel dat het hart van Zijn volk in aanbidding op Hem gericht zou zijn. 

Als wij in aanbidding voor God staan, kijkt Hij niet kritisch naar ieder stukje van wat wij Hem voorleggen. Wat Hij wel graag van ons wil, is dat we Hem trouw zijn, en eerbiedig en bewust van onze tekortkomingen. God wil ons hart, niet alleen onze daden. Ons hele leven moet een offer voor Hem zijn. Als ons hart recht is voor God, dan willen we ons uiterste best doen om Hem blij maken door het beste van onszelf te geven. Het gaat God niet om het ritueel. Hij wil dat ons hart elke dag in nederigheid naar Hem uitgaat, vol ontzag voor alles wat Hij ons heeft gegeven. 

Vader God, houdt U de wacht over mijn leven. Help mij, zodat mijn leven een levend offer aan U is en dat ik mijn uiterste best doe ga om U blij te maken en U het beste van mijzelf te geven. Ik wil zo graag een offer brengen zoals Abel deed. Help mij om waakzaam te zijn voor de zonde die aan mijn deur loert en help mij om nederig te blijven en bewust te zijn van mijn tekortkomingen tegenover U. Amen.