Doeltreffend bidden - deel 2Voorbeeld

Gebed en de beloften

‘Immers, zovele beloften van God als er zijn, die zijn in Hem ja en in Hem amen, tot verheerlijking van God door ons’ (2 Korinthe 1:20, HSV).

Een belofte van God is een toezegging van God. Het geeft ons de garantie en vormt de basis voor het gelovig gebed. De stabiliteit van een belofte is gelegen in het karakter en de middelen van Degene die de belofte doet, zoals de waarde van een cheque afhankelijk is van de eerlijkheid en middelen van degene die hem ondertekent. Het karakter en de betrouwbaarheid van God staan garant voor de geloofwaardigheid van de beloftes die Hij doet.

Het gelovige gebed is volkomen afhankelijk van dergelijke beloftes. Als wij gaan staan op een belofte in het Woord van God, dan schenkt de Heilige Geest ons het geloof op ons gebed, dat de belofte ook inderdaad vervuld zal worden. Bij God zijn belofte en uitvoering niet van elkaar te scheiden. 

Maar beloften moeten wel onderscheiden worden van feiten. Wij accepteren een vaststaand feit uit Gods Woord, maar we pleiten op een belofte. Als God een feit noemt, aanvaard het geloof dit en handelt ernaar. Als God een belofte doet, stemmen we in met de voorwaarden ervoor, maken we aanspraak op de vervulling ervan en nemen het beloofde in ontvangst. De functie van het gelovige gebed is het omzetten van Gods beloftes naar daadwerkelijke ervaringen. De aartsvaders hebben door het geloof de vervulling van Gods beloftes ervaren (Hebreeën 11:33) en deze omgezet in persoonlijke ervaringen.

Het gelovige gebed heeft zijn basis niet in uiterlijke omstandigheden, noch in innerlijke gevoelens. Wanneer het oog niets meer ziet dat hulp kan bieden en aangename gevoelens ver weg lijken, heeft het gelovige gebed de grootste kans. Het geloof gaat louter uit van de eenvoudige en duidelijke belofte of bevestiging uit het Woord van God. Want het geloof kan alleen door een goddelijke garantie toenemen. Het gelovige gebed is de kracht waardoor de belofte werkelijkheid wordt.