Zaad in Gods akkerVoorbeeld

Het zaad dat tussen de dorens viel

Een derde groep van Jezus’ publiek wordt vergeleken met zaad dat tussen dorens werd gezaaid. Aanvankelijk leken deze zaadjes goed te groeien. Maar toen begonnen de doornen te woekeren en het graan te verstikken. De kleine plantjes kregen niet meer genoeg zonlicht en konden zich niet verder ontwikkelen. Ze kwamen nooit zover dat ze graan voortbrachten — wat natuurlijk het doel van de zaaier was.

Als we Gods Koninkrijk en zijn gerechtigheid op de eerste plaats zetten, zal de Heere voor ons zorgen (Mattheüs 6:33). Maar voor veel mensen zijn geld en “de zorgen van deze wereld” belangrijker. Die vragen zoveel tijd en aandacht dat hun relatie met God op de achtergrond raakt en vergeten wordt. Hun geloof wordt “verstikt” en brengt geen vrucht voort. 1 Timotheüs 6:10 (HSV) waarschuwt ons daarvoor: “Geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken.”

Het is zo belangrijk om gericht te blijven op Gods Koninkrijk en op de geestelijke rijkdommen die Hij ons aanbiedt. Hij belooft: “(...) een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkbare erfenis, die in de hemelen bewaard wordt voor u” (1 Petrus 1:4, HSV). Daar kan geen enkele aardse rijkdom tegenop!