Zaad in Gods akkerVoorbeeld

Vrucht dragen

Aan het eind van de gelijkenis voegt Jezus een opmerkelijk zinnetje toe. Hij zegt dat het zaad dat in goede aarde viel vrucht draagt, “de één honderd-, de ander zestig-, en de ander dertigvoudig”. Kennelijk brengt niet elke plant evenveel graan op. Maar Jezus zegt niet dat iemands zaligheid afhangt van de hoeveelheid vrucht die hij draagt. Hij lijkt juist te benadrukken dat het effect van Gods Woord en van de Heilige Geest in iemands leven niet bij iedereen hetzelfde is.

Dit zelfde principe wordt herhaald in een andere gelijkenis over drie dienaren die elk een bepaald bedrag aan geld krijgen van hun baas, “ieder naar zijn bekwaamheid”. Ze moeten aan het werk gaan met het geld dat hun is toevertrouwd en worden geprezen als ze dat ijverig doen. De goedkeuring van hun baas is niet gebaseerd op de hoeveelheid geld die ze verdienen, maar op de moeite die ze ervoor doen. Zelfs de dienaar die weinig geld heeft verdiend, krijgt te horen: “Goed gedaan, goede en trouwe dienaar, over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen” (Mattheüs 25:23, HSV).

Binnen de kerk hebben mensen “genadegaven, onderscheiden naar de genade die ons is gegeven” (Romeinen 12:6,HSV). Niet iedere christen heeft dezelfde gaven of dezelfde mogelijkheden. Maar allemaal dragen ze vrucht tot eer van God.