Van angst naar vrede Voorbeeld

In Filippenzen 4:6-7 daagt de apostel Paulus ons uit om nergens bezorgd over te zijn. In plaats daarvan moeten we bidden en danken. Het is gemakkelijk om onze dank aan God uit te drukken vlak na een overwinning of na het ontvangen van een wonderbaarlijke doorbraak. Maar we zullen zien dat we ook geroepen zijn om dit te doen te midden van onze strijd.

Op het moment dat Paulus dit aan de kerk van Filippi schreef, zat hij in de gevangenis, en zag hij een zeer onzekere toekomst tegemoet. Toch keek hij verder dan zijn directe situatie, en bleef hij niet stilstaan ​​bij mogelijk slechte resultaten. Zijn brief weerspiegelt zijn diepe vreugde en een houding die zich verblijdt.

Slechts twee verzen voordat hij ons oproept om onze dankbaarheid te uiten, beveelt hij ons om ons altijd te verheugen. Omdat hij ons vertelt dat we ons "altijd" moeten verheugen, betekent dit ook een voortdurend zich verheugen of er een gewoonte van maken om je te verheugen. Dan herhaalt hij, om zijn punt duidelijk te maken, onmiddellijk het bevel: Ik zeg het nog eens: verheug u in Hem! (Filippenzen 4:4, HTB) Hij laat ons zien dat we zelfs te midden van onze pijn, voor vreugde kunnen kiezen en God kunnen prijzen. 

Ik geloof niet dat Paulus ons vraagt ​​om onoprechte dankbaarheid op te wekken. Ik denk dat hij ons uitdaagt om te danken, waarvoor we behoren te danken, zelfs te midden van de strijd die we doormaken.

Ik heb gemerkt dat er altijd iets te vieren valt. Zelfs tijdens enkele van de moeilijkste beproevingen die ik heb meegemaakt, zijn er ook dingen geweest waar ik dankbaar voor ben. En door daarover te mediteren en mijn dankbaarheid jegens God te uiten, kan mijn perspectief worden veranderd en mijn geest opnieuw op de juiste manier worden afgestemd.

Een overbelasting van negatieve of stressvolle gedachten kan een algemeen gevoel van naderend onheil creëren. Maar als ik ervoor kies om mijn dankbaarheid voor God uit te spreken, in plaats van me te concentreren op een negatief gevoel, merk ik vaak dat het gewicht ervan van me wordt afgenomen.