Bidden & Vasten IIVoorbeeld

ONDERSCHEIDING EN PROFETIE

We leven in een zichtbare wereld, maar de Bijbel laat zien dat de geestelijke wereld veel reëler is. Al het zichtbare komt voort uit het onzichtbare (Hebreeën 11:3).

Engelen

Vanuit die geestelijke wereld hebben we onder andere te maken met engelen. Engelen zijn er om Gods wil uit te voeren en zijn kinderen te beschermen en bij te staan (Hebreeën 1:14, Psalm 91:11). Andere engelen zijn tegen God opgestaan en zijn er op uit om te stelen, te doden en te vernietigen. Dat zijn de duivel en zijn demonen (Johannes 10:10). De duivel kan zich voordoen als een engel van het licht (2 Korinthe 11:14), maar hij is een sluwe en listige leugenaar, altijd op zoek naar een prooi (1 Petrus 5:8). Sinds het begin probeert hij mensen te misleiden door Gods Woord te verdraaien: ‘Heeft God niet gezegd…Maar…’. (Genesis 3:1+4). Daarom hebben we onderscheidingsvermogen nodig.

Onderscheiding

Naarmate je God beter leert kennen, zal je onderscheidingsvermogen sterker worden. Net zoals je een cultuur steeds beter herkent, naarmate je er langer deel van bent. Sommigen ontvangen van de Heilige Geest een specifieke gave van onderscheiding. Dat betekent dat je geestelijke signalen eerder oppikt dan de meeste mensen en het vrij snel herkent als er een andere geest aan het werk is dan Gods Geest. De Bijbel laat zien hoe je geesten kunt onderscheiden.

• “Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn; want er zijn veel valse profeten in de wereld uitgegaan. Hieraan leert u de Geest van God kennen: elke geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en elke geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is niet uit God; maar dat is de geest van de antichrist, waarvan u gehoord hebt dat hij komt, en die nu al in de wereld is. Lieve kinderen, u bent uit God en u hebt hen overwonnen, want Hij Die in u is, is groter dan hij die in de wereld is. Zij zijn uit de wereld; daarom spreken zij uit de wereld, en de wereld luistert naar hen. Wij zijn uit God. Wie God kent, luistert naar ons; wie niet uit God is, luistert niet naar ons. Hieraan herkennen wij de geest van de waarheid en de geest van de dwaling.”
  1 Johannes 4:1-6 (HSV)

Als je een geest onderscheidt die niet van God komt, helpt het andere mensen om de waarheid van de leugen te onderscheiden (Efeze 5:11, 1 Korinthe 12:3). En waarheid zet mensen vrij (Johannes 8:32)!

Profetie

Een geestelijke gave die hand in hand gaat met onderscheidingsvermogen is de gave van profetie. Over de gave van profetie zegt Paulus dat we daar vooral naar moeten streven, omdat het anderen opbouwt (1 Korinthe 14:1-6). De gave van profetie is er om Gods hart met anderen te delen, om hen op te bouwen, aan te moedigen en te ondersteunen (1 Korinthe 14:3). God spreekt tot ons via onze zintuigen. Dat kan bijvoorbeeld zijn door een hoorbare stem, door een fysieke ervaring, door indrukken of door beelden, zoals een droom of een visioen. In de Bijbel lezen we hier veel verschillende voorbeelden van. Eén ervan gaat over hoe God zich openbaart aan Cornelius en Petrus.

• "En er was een man in Caesarea, van wie de naam Cornelius was, een hoofdman over honderd van de afdeling die de Italiaanse genoemd werd, een vroom man, die met heel zijn huis God vreesde, veel liefdegaven aan het volk gaf en voortdurend tot God bad. Hij zag in een visioen duidelijk, ongeveer op het negende uur van de dag, dat er een engel van God bij hem binnenkwam, die tegen hem zei: Cornelius! En hij hield de ogen op hem gericht en werd zeer bevreesd, en hij zei: Wat is er, heer? En de engel zei tegen hem: Uw gebeden en uw liefdegaven zijn als gedachtenis opgestegen naar God. Stuur nu mannen naar Joppe en ontbied Simon, die ook Petrus genoemd wordt. Deze is te gast bij een zekere Simon, een leerlooier, die zijn huis bij de zee heeft. Hij zal u zeggen wat u moet doen. En toen de engel die tot Cornelius sprak, weggegaan was, riep hij twee van zijn huisslaven, en een vrome soldaat uit hen die steeds bij hem waren; en toen hij hun alles verteld had, stuurde hij hen naar Joppe."
  
  "En de volgende dag, terwijl zij op reis waren en de stad naderden, klom Petrus op het dak om te bidden, ongeveer op het zesde uur, en hij kreeg honger en wilde iets nuttigen. En terwijl zij het eten bereidden, raakte hij in geestvervoering. En hij zag de hemel geopend en een voorwerp naar zich toe komen, dat leek op een groot linnen laken, dat aan de vier hoeken vastgebonden was en neergelaten werd op de aarde, waarin zich al de viervoetige dieren van de aarde bevonden, de wilde en de kruipende dieren en de vogels in de lucht. En er kwam een stem tot hem: Sta op, Petrus, slacht en eet! Maar Petrus zei: Beslist niet, Heere, want ik heb nooit iets gegeten wat onheilig of onrein is. En er kwam opnieuw, voor de tweede keer, een stem tot hem: Wat God gereinigd heeft, mag u niet voor onheilig houden! En dit gebeurde tot driemaal toe; en het voorwerp werd weer opgenomen in de hemel."..."Terwijl Petrus nog over dat visioen nadacht, zei de Geest tegen hem: Zie, drie mannen zoeken u; sta daarom op, ga naar beneden en reis met hen mee. Twijfel niet, want Ik heb hen gestuurd."
  Handelingen 10:1-16 + 19-20 (HSV)

In dit Bijbelgedeelte zien we hoe God op verschillende manieren spreekt. Bij Cornelius sprak God via een visioen met een zichtbare engel. Petrus kreeg op de geur van eten een visioen en hoorde Gods hoorbare stem. God nam initiatief, omdat hij Cornelius en zijn huishouden wilde bemoedigen. Maar ook Petrus en de Joden die bij hem waren, waren onder de indruk van wat God deed. En dat is altijd Gods doel: mensen betrekken in wat Hij doet, hen bemoedigen en laten delen in Wie Hij is en alles wat Hij heeft.

Vragen

1. Hoe weet jij wanneer iets van God komt, van jezelf of van de duivel?
   1. Wat doe je als je dat niet weet?
   2. Hoe ontwikkel je de gave van onderscheiding?
   3. Wie in jouw omgeving kan jou daarbij helpen?
2. Heb jij wel eens een woord, een beeld of ervaring van God gehad om iemand mee te bemoedigen?
   1. Wat deed je daarmee?
   2. Hoe was dat voor jou?
   3. Hoe was dat voor de ander?
3. Hoe kun jij de gave van profetie (verder) ontwikkelen?
   1. Wat is je eerste stap?