Ik kom jullie goed nieuws brengenVoorbeeld

Een engel bracht Jozef op de hoogte

“Zie, een engel van de Heere verscheen hem in een droom en zei: Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, bij u te nemen, want wat in haar ontvangen is, is uit de Heilige Geest; en zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden” (Mattheüs 1:20-21, HSV).

Maria zou de moeder worden van Jezus. Bij die zwangerschap was geen man betrokken. Maar er was wel degelijk een man in Maria’s leven: haar verloofde Jozef. Toen die merkte dat Maria zwanger was, concludeerde hij dat ze vreemdgegaan moest zijn. Híj had het bed immers niet met haar gedeeld. Jozef overwoog om Maria onopgemerkt te verlaten om haar niet verder in opspraak te brengen. Maar dat wilde God niet. Hij stuurde een engel om Jozef uit te leggen dat het kind dat Maria droeg, was verwekt door de Heilige Geest. Zij was niet vreemdgegaan, en Jozef kon gerust met haar trouwen.

Maria had al gehoord dat haar kind Jezus moest heten. Dat wordt hier herhaald. “Want,” zei de engel, “Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.” Jezus zou dus inderdaad een Verlosser zijn. De engel maakte ook duidelijk dat deze redding zou beginnen bij de zonden van het volk. Jezus zou niet in de eerste plaats politieke of economische vrijheid brengen, maar geestelijke vrijheid.

Als extra bevestiging noemde de engel een oude profetie die nu in vervulling ging: een maagd zou een zoon baren en dat kind zou “God met ons” zijn.

Als jij aan een verlosser denkt, denk je dan ook aan het probleem van de zonde of aan heel andere dingen waarvan je verlost zou willen worden?