Name changer

Bang en geschrokken. Zo moeten Hananja, Misaël, Azarja en Daniël zich hebben gevoeld toen de Babyloniërs onder leiding van de kwaadaardige koning Nebukadnessar hun land binnen vielen. Ze werden gelukkig niet gedood, maar wel gevangengenomen en afgevoerd naar Babylonië. Ze moeten tussen de 13 en 20 jaar oud geweest zijn en zullen zich vast zorgen hebben gemaakt over hun toekomst.

Toen ze daar aankwamen werden ze door Aspenaz, een dienaar van de koning, naar het paleis gebracht. De koning wilde door middel van een driejarige opleiding dat ze hun eigen cultuur, gebruiken en geloof zouden vergeten en hun goden zouden dienen in plaats van de God van Israël.

Het eerste wat Aspenaz deed om dat te bewerkstelligen was hun namen veranderen.

"Onder de uitgekozen jongemannen bevonden zich ook vier jongens uit Juda: Daniël, Hananja, Misaël en Azarja. Aspenaz gaf hun echter Babylonische namen: Daniël werd Beltsazar genoemd, Hananja kreeg de naam Sadrach, Misaël noemde hij Mesach en Azarja werd Abednego" (Daniël 1:6-7, HTB).

De Hebreeuwse namen van de vier vrienden hadden allemaal de naam van hun God Jahweh in zich. Daniël, betekent: ‘God is mijn rechter.’ Hij kreeg de naam Beltsazar, een naam met de Babylonische god Bel.

Hananja, betekent Jahweh is genadig, werd Sadrach, hetgeen betekent ‘metgezel van de god Aku’.

Misael, betekent ‘wie is als God?’ werd Mesach, ook een naam ter ere aan de god Aku.

En Azarja, ‘Jahweh is mijn hulp’, werd Abednego; ‘dienaar van de god Nebo’.

Een naam heeft te maken met wie je bent, met jouw identiteit. Wij hebben een geestelijke tegenstander die niet wil dat we God dienen. Hij wil jouw naam veranderen. Maar net als deze vier jongens mogen ook wij van binnen vasthouden aan de naam door God gegeven. Ze bleven de God van Abraham, Isaac en Jakob dienen. De God die Abram de naam Abraham gaf en Jakob de naam Israël. De duivel heeft je zijn naam willen geven. Maar God geeft je een nieuwe naam.

Spreek vandaag Gods naam over je uit: ‘geliefde kind van God.’