Tishri 11

"In het begin was het Woord er. Het Woord was bij God, en het Woord was God Zelf. In het begin was het Woord bij God. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt. Werkelijk alles wat er is, bestaat doordat het Woord het heeft gemaakt. In het Woord was het leven, en het leven was het licht voor de mensen. Het Licht schijnt in het donker en het donker heeft het niet uitgedoofd" (Johannes 1:1-5, BB).

Baruch (Geprezen is God)
Waar ben je God vandaag dankbaar voor?

Shekina (Gods aanwezigheid)
Waar nodig je Gods aanwezigheid voor uit vandaag?

Israël viert elk jaar dat het Woord levend wordt. Jezus was en is het levende Woord. De Torah die tot leven is gekomen. Ook is dit de dag dat het lezen van de Torah eindigt en weer opnieuw begint. Van alef naar tav, van het einde naar het begin. De Parashat lezing van Gods Woord begint zaterdag dan ook weer opnieuw bij Genesis 1.

God heeft zijn Woord in de eerste plaats aan Israël gegeven. Bij de berg Sinaï vertrouwde God zijn woorden toe aan Israël. De ontvangst van de Torah en de opdracht om God te gehoorzamen, is een reden tot feest. Dat is wat vandaag gevierd wordt! Wat een schat vertrouwde Hij hen toe. Israël werd daar bij Sinaï burger van Gods koninkrijk. Ze leerden het verbond van de belofte en keken vol verwachting naar God en de toekomst.

In Efeziërs 2:12 herinnert Paulus ons eraan dat wij niet deel uitmaakten van dat burgerschap. Wij als niet-joden hoorden eerst niet bij het verbond en de belofte. Maar door het offer van Jezus’ bloed mogen wij nu ook dicht bij Hem komen en burgers zijn van Gods koninkrijk. Samen met Israël mogen wij de tempel bouwen. Ieder van ons is een steen en Jezus is de Hoeksteen.

Israël heeft de Torah met vreugde ontvangen, met de woorden: ‘Alles wat de Here gesproken heeft zullen wij doen en daarnaar zullen wij horen.’ Helaas bleek in de praktijk dat dat in de eeuwen erna niet altijd lukte, maar toch bleef God zijn belofte trouw. Het volk viert ieder jaar de zegen van de Torah op deze dag na het Loofhuttenfeest.