Correctie vanuit genade

"Ik dank mijn GOD altijd voor jullie vanwege de genade van GOD, die jullie in Jezus Christus gegeven is. Want jullie zijn in alles rijk geworden door Hem, in alle woord en in alle kennis ..." (1 Korintiërs 1:4,5, EBV24).

Voordat Paulus de gemeente in Korinthe aanspreekt op bepaalde wantoestanden die er heersen, benadrukt hij allereerst het fundament dat hij daar gelegd heeft. Het fundament van genade staat voorop en is onaantastbaar. "Want Hij zal jullie bevestigen tot het einde toe, zodat jullie onberispelijk zullen zijn op de dag van onze Here Jezus Christus" (1 Korintiërs 1:8, EBV24).

Paulus beroept zich er tegenover de Korintiërs op dat hij bekwaam gehandeld heeft door niets anders te leggen dan het fundament van Jezus en zijn genade "Naar de genade van God, die mijn gegeven is, heb ik als een wijze bouwmeester het fundament gelegd" (1 Korintiërs 3:10a, EBV24).

Op grond van dit fundament brengt hij in de gemeente correcties aan. Die leiden niet tot veroordeling, maar tot herstel, omdat de genade niet veroordeelt, maar tot heiliging leidt.

Als de waarheid over Gods genade heeft geklonken, kan ook aan het licht gebracht worden wat er allemaal nog aan schort. En ook al is dat niet misselijk en doen we de genade tekort als we de zonde niet opruimen, de apostel blijft benadrukken dat God zijn werk tot het einde toe zal afmaken.

"De prikkel van de dood is de zonde en de kracht van de zonde is de Wet. Maar GOD zijn dank, die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus. Daarom, mijn geliefde broeders, wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de HEERE, want jullie weten dat jullie arbeid niet vergeefs is in de HEERE" (1 Korintiërs 15:57,58, EBV24).