Stop je gaven in het vuur

Paulus riep Timotheüs op om zijn gaven die hij ontvangen had aan te wakkeren. Dit is onze verantwoordelijkheid. Je groeit niet door passief te blijven wachten tot er iets komt. Nee, je moet je gaven – welke dat ook zijn – als het ware in het vuur stoppen en heet smeden. Je moet er actief mee bezig blijven en het risico op een bezonnen manier blijven opzoeken.

Dit is één van de belangrijke lessen die ik geleerd heb. In de eerste jaren was mijn functioneren in de gaven meer als eb en vloed. Ik wist niet hoe ik ze in het vuur moest houden. Ik was eerder afwachtend dan er actief mee bezig. Ik had weinig zelfvertrouwen en weinig vertrouwen in de gaven die ik gekregen had. Totdat ik op een conferentie was en ik iemand zag profeteren. Het enige wat ik dacht was “Dat kan ik ook!” Vanaf dat moment ben ik mijn gave in het vuur gaan stoppen en ben ik er iedere dag mee bezig door te profeteren. Ik heb geleerd om eigenaarschap te nemen over datgene wat God mij gegeven heeft en over datgene wat God van mij vraagt. Mensen liefhebben en bewegen in de Geestesgaven is een opdracht. Hierdoor ben ik gegroeid in geloof waardoor mijn profeteren ook gegroeid was. Ik ben plekken gaan opzoeken waar ik werd uitgedaagd om uit te stappen. Daarnaast ben ik ook mensen om mij heen gaan verzamelen die dezelfde verlangens hebben en die mij uitdagen om meer risico te nemen. Die mij stimuleren om mijn gaven in het vuur te houden, maar ook bereid zijn om mij te snoeien waar dat nodig is. Als je dat hebt zul je merken dat je gaven zich ontwikkelen en dat je groeit in je karakter. Karakter zorgt ervoor dat God je meer kan geven, omdat je het dan ook kan dragen.

Ook als ik aan het profeteren ben zoek ik het punt op waar het vuur als het ware het heetst is. Hiermee bedoel ik dat ik het bewust spannend maak voor mezelf door het risico op te voeren. Soms begin ik aan een zin zoals: “Vroeger was jij altijd iemand die...” of “God roept jou om...” Zonder dat ik weet wat daarna komt. Spannend! Er moet dan iets gebeuren want anders sta ik met een bek vol tanden. Ik kan zeggen dat God mij altijd te hulp schiet. En al zou ik het niet goed hebben, zolang ik dat ook durf toe te geven is dat niet erg. Gehoorzaamheid wordt altijd gezegend.