Wijsheid is een vriend van zondaars

"...Maar de Wijsheid wordt gerechtvaardigd door haar werken" (Matteüs 11:19b, EBV24).

Johannes de Doper was de laatste profeet van het oude verbond. Hij nam de wet strikt in acht en disciplineerde zich in al zijn leefgewoonten. Hij liep ook nog eens in een kamelenharen mantel. In zijn boodschap kwam vooral naar voren dat mensen zich moeten afkeren van hun zondige leven en dat zij zich moeten bekeren.

Dan komt Jezus, die een tegenovergesteld leven leidt. Hij is het toonbeeld van Gods genade. Maar dat pruimen de mensen niet. Jezus zegt: "De Mensenzoon, die eet en drinkt, is gekomen en zij zeggen: 'Zie, een gulzig mens, een wijndrinker, een vriend van tollenaren en zondaren!''' (Matteüs 11:19a, EBV24).

Hebben ze gelijk door Jezus af te wijzen? Helemaal niet. Maar in hoe ze Jezus afschilderen zit een kern van waarheid. Die scheldnamen zijn eigenlijk eretitels: veelvraat, dronkaard, vriend van tollenaars en zondaars. Kijk maar naar het resultaat. "Maar de Wijsheid wordt gerechtvaardigd door haar werken" geeft Jezus ten antwoord op al dat commentaar.

De Wijsheid bevestigt Jezus’ imago. Zij vindt vreugde in alles wat de aarde te bieden heeft, lezen we in Spreuken. De Wijsheid is ook blij met alle mensen, staat er (zie Spreuken 8:31). Deze Wijsheid is Jezus zelf, die vertolkt wat er in Gods hart leeft. Jezus geniet van het leven en is bevriend met zondaars. Daarin ademt Hij Gods verborgen wijsheid uit: zijn genade (zie 1 Korintiërs 2:6-9).

Je bent wijs als je zo onbevangen in het leven staat als Jezus.