De schaduw van de dood

De tekst van vandaag heeft miljoenen mensen kracht en nieuwe hoop gegeven. David zegt in het midden van Psalm 23:

‘Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij’ (Psalm 23:4a, HSV).

David gebruikt in het Hebreeuws een oosterse uitdrukking. Als gezegd werd dat iemand ‘onder de schaduw van de dood verkeerde’, dan betekende dit dat iemand in levensgevaar was.

Het dal van de schaduw van de dood is een beeld van de moeilijke en zware periodes in ons leven. We krijgen er allemaal mee te maken. Er zijn zelfs tijden dat de schaduw van de dood over je leven valt. Je krijgt te horen dat je ongeneeslijk ziek bent. Je kijkt de dood in de ogen. Het zonlicht verdwijnt uit je leven. Het enige wat je kunt zien is duisternis. De dood werpt een schaduw over alles wat je denkt en doet.

Spurgeon schreef naar aanleiding van deze psalm: ‘De schaduw van een leeuw kan niet verscheuren. De schaduw van een zwaard kan niet doden. De schaduw van de dood kan ons niet verderven. Laat ons dus niet vrezen. Het zijn alleen maar schaduwen. Ik weet wel dat schaduwen, vooral als ze schimmig en grillig van vorm zijn, ons doodsbang kunnen maken. Maar in werkelijkheid stellen ze niets voor. Als we maar meer zouden letten op de Goede Herder die alles overstraalt. Wij zijn geneigd om in het donker naar beneden te kijken. Want we zijn bang ergens over te struikelen. Maar Jezus zei ooit: ‘...Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.’ (Johannes 8:12, HSV).

In dit leven kan ons alles overkomen wat onze buurman ook overkomen kan: momenten van verlies, eenzaamheid, ziekte, ontmoediging, vervolging. God belooft niet dat jij nooit door dit soort dalen zult gaan. Hij belooft wel dat Hij bij ons zal zijn om ons door het dal van diepe duisternis heen te leiden. Het is de tijd waarop we God en onszelf leren kennen als nooit tevoren. Niet zelden blijkt de moeilijkste tijd van je leven achteraf de beste tijd van je leven te zijn geweest.