Je grootste bemoediger

De woorden van Psalm 23 zijn voor miljoenen mensen tot zegen geweest. David heeft in moeilijke tijden ervaren dat God bij hem is. In vers 4 zingt hij:

‘Uw stok en uw staf, die vertroosten mij’ (DAVID in Psalm 23:4b).

David wist als geen ander dat het herdersleven zwaar en hard kon zijn. Overdag moest de herder de hitte verdragen en ’s nachts de kou. Hij deed vaak geen oog dicht omdat dieven de schapen wilden stelen. Hij was dan ook niet voor niets gewapend met een stok en een staf. David bezat een stok om de vijand te doden en hij had een staf om de kudde te hoeden.

De stok was zo’n zestig centimeter lang. Aan de bovenkant zat een verdikking zo groot als een sinaasappel. Het was het belangrijkste verdedigingswapen voor hemzelf en zijn schapen. Met dit wapen kon hij - als het nodig was - een leeuw of beer doden. Naast een stok had de herder een staf bij zich. Het uiteinde van de staf was in de vorm van een halve cirkel gebogen. Hij gebruikte de kromming van zijn staf om een afdwalend schaap weer terug te leiden naar de kudde. Of om schapen die in gevaar waren uit hun benarde situaties te halen. En in het dal van diepe duisternis - waar je geen hand voor ogen zag - tikte de herder voortdurend met zijn staf op de grond om de schapen de richting aan te geven. Zo wisten de schapen dat de goede herder dicht bij hen was.

We mogen de tekst van vandaag ook vertalen als: ‘Uw stok en uw staf, die geven mij moed.’ Als je door een dal van diepe duisternis gaat, dan heb je de stok en de staf van de Goede Herder nodig om je moed te geven. De stok is het Woord van God. Het Woord van God is geen stok om de schapen mee te slaan, maar om de schapen te beschermen, te sturen en te bemoedigen. De staf verwijst naar de Heilige Geest van God. Toen je tot geloof kwam en opnieuw geboren werd, kwam de Heilige Geest in je wonen. Door de Heilige Geest trekt God jou dicht naar zich toe. Hij is je helper en je bemoediger in alle seizoenen van het leven.